Uitspraak Raad van Beroep 27 juni 2025 (B 119)
tegen de uitspraak van de Raad van Tucht 13 mei 2024 (T 417)
In deze zaak draaide het voornamelijk om de (eind)verantwoordelijkheid van een NOB-lid voor werkzaamheden uitgevoerd door een al dan niet ondergeschikte kantoorgenoot (die geen NOB-lid is). Als namelijk vaststaat dat een NOB-lid (eind)verantwoordelijkheid draagt voor de dienstverlening aan een cliënt, kan daaraan het vermoeden worden ontleend dat een collega van hem die inhoudelijke werkzaamheden in het desbetreffende dossier heeft verricht, die werkzaamheden onder de verantwoordelijkheid van dat NOB-lid heeft verricht. Het is dan aan het NOB-lid om dat vermoeden te ontzenuwen. Verweerder heeft het vermoeden in deze zaak uiteindelijk met succes ontzenuwd. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke verdeling van rollen en verantwoordelijkheden binnen adviespraktijken.
Meer weten? Klik dan hier: Uitspraak Raad van Beroep 27 juni 2025 (B 119) – NOB