Vijf vragen aan Bastiaan Kats over de invoering van CBAM in de Europese Unie

De Europese Unie (EU) gaat een CO2-heffing invoeren (CBAM) op bepaalde goederen en stoffen uit landen waar bij de productie minder milieu- en klimaateisen zijn dan in de Europese Unie. Vijf vragen aan Bastiaan Kats over de invoering van CBAM in de EU.

Wat houdt CBAM precies in?

CBAM staat voor Carbon Border Adjustment Meganism. Letterlijk vertaald betekent dit zoiets als ‘koolstofcorrectiemechanisme aan de grens’. Het is een heffing op producten die in de Europese Unie (EU) worden ingevoerd en die binnen de EU (al) vallen onder het zogeheten Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS). 
Europese bedrijven betalen in de EU voor de uitstoot van CO2. Dat doen ze door het kopen van verhandelbare CO2 uitstootrechten (certificaten) via het EU ETS (Emissions Trading System). Buiten Europa gevestigde bedrijven hoeven niet voor hun uitstoot te betalen, tenzij het land waar een bedrijf gevestigd is ook een CO2-heffing kent. Maar in de regel is dat niet zo. Het komt erop neer dat CBAM ervoor zorgt dat ook buiten de EU gevestigde bedrijven voor hun CO2-uitstoot gaan betalen, tenminste wanneer zij bepaalde goederen invoeren in de EU. In eerste instantie gaat het om de import van aluminium, ijzer- en staalproducten, cement, elektriciteit en meststoffen.

Wat hoopt de EU met CBAM te bereiken?

Voorop staat dat de EU met deze maatregel wil bereiken dat niet alleen in de EU maar ook wereldwijd de CO2-uitstoot naar beneden gaat. Deze ‘heffing’ moet verder voorkomen dat bedrijven hun productie gaan verplaatsen naar buiten de EU. Impliciet wil het bereiken dat landen buiten Europa ook iets aan hun CO2-uitstoot gaan doen, bijvoorbeeld door ook een CO2-heffing te gaan invoeren. We zien overigens dat landen buiten de EU dit nu overwegen. Via CBAM wordt voor buiten de EU geproduceerde goederen ook voor de CO2-uitstoot betaald. Hierdoor wordt er een ‘gelijk speelveld’ gecreëerd. Laat ik een voorbeeld te noemen. Een Europese staalproducent moet voor iedere ton CO2 die ze uitstoten ETS certificaten hebben. Een land als China kent geen vergelijkbare heffing. Om het in China geproduceerde staal in de EU in te kunnen voeren moet voor iedere ton CO2 die daarbij is uitgestoten één CBAM-certificaat worden gekocht en ingeleverd. De prijs hiervan zal naar verwachting gelijk zijn aan het EU ETS recht en daarmee is dan de ongelijkheid ten opzichte van een Europese staalfabrikant ‘weggenomen’.

Kun je dat nog nader toelichten?

Laat ik beginnen met een stap terug in de tijd te zetten. De EU voerde in 2004 het ETS, een ‘cap en trade systeem’, in om bedrijven voor hun CO2 uitstoot te laten betalen. Hierdoor bestond het risico dat bedrijven met een hoge CO2 uitstoot hun productie naar een land buiten de EU zouden verplaatsen. Economisch gezien is dat geen onlogische stap. Invoering van het ETS kon hierdoor ten koste van de Europese werkgelegenheid gaan. Bovendien zou de CO2 uitstoot wereldwijd bij verplaatsing van de productie naar buiten de EU niet afnemen. Om dat (carbon leakage) te voorkomen kregen en krijgen bedrijven, die onder het EU ETS vallen en hun CO2 uitstoot naar beneden moeten brengen, gratis rechten (vrije allocatie). Sommige bedrijven presteren ten opzichte van de gestelde norm (benchmark) echter beter zodat ze een overschot aan ETS rechten hebben/ hadden. Dit overschot konden en kunnen ze verhandelen door ze bijvoorbeeld te verkopen aan bedrijven die een tekort aan ETS certificaten hebben. Van deze vrije allocatie wil de EU af. Maar dan komen haar ambities weer in gevaar doordat de productie mogelijk alsnog verplaatst wordt naar een land buiten de EU. Ter compensatie is dus een heffing aan de grens nodig, omdat het anders voordeliger blijft om buiten de EU te produceren.

De opbrengst van de CBAM komt ten gunste de EU. Als een land als gevolg hiervan besluit om zelf een CO2-heffing in te voeren, komt de opbrengst daarvan toe aan dat land en niet aan de EU. Dat bedrag kan bij invoeren in de EU verrekend worden. Tenminste dat is vooralsnog de bedoeling. Zodoende vormt de CBAM een stimulans voor landen buiten de EU om ook een heffing voor CO2-uitstoot in te voeren.

Wat betekent dit voor bedrijven in de EU en wat kunnen die nu al doen?

Zoals gezegd heeft de invoering van het CBAM als doel het speelveld voor binnenlandse en buitenlandse producenten gelijk te maken en wereldwijd de CO2-uitstoot terug te dringen. Deze maatregel gaat vooralsnog effectief in op 1 januari 2026. Maar vanaf 1 januari 2023 moeten bedrijven, die de eerdergenoemde producten willen importeren al gaan registreren, bijhouden en rapporteren hoeveel de CO2-uitstoot is geweest bij de vervaardiging van de door hen aangeschafte goederen. Dit bijhouden en rapporteren betekent een behoorlijke administratieve last. Bedrijven moeten zich daar nu al op voorbereiden en hun systemen daarop aanpassen. Wachten en op het laatste moment stappen ondernemen betekent alleen maar extra kosten en werkdruk.

Bedrijven die de eerdergenoemde goederen importeren, hebben overigens al allerlei verplichtingen wat betreft accijnzen en douaneregels. De douaneautoriteiten, die hierbij betrokken zijn, worden naar verwachting ook betrokken bij de uitvoering van de CBAM.

Wat zijn jouw verwachtingen voor de toekomst?

Ik verwacht dat CBAM verder wordt uitgebreid. Er wordt, net als bij de invoering van het EU ETS, gestart met een beperkt aantal sectoren en dat uiteindelijk op termijn alle sectoren, die onder ETS vallen, ook onder CBAM gaan vallen. Zeker als je kijkt naar de doelstellingen en de snelheid die we moeten maken om de klimaatdoelstellingen te bereiken is dat een logische gedachte.

Het laatste nieuws