Vijf vragen aan Jeroen Goudsmit – Winnaar van de Stevens Prijs 2024
Op 7 februari werd de Stevensprijs uitgereikt aan Jeroen Goudsmit (Deloitte), die vanuit New York werkt in het internationale belastingteam. We gaan in gesprek met hem over het winnen van deze prestigieuze prijs.
Allereerst, kun je jezelf voorstellen?
Ja, natuurlijk. Ik ben Jeroen Goudsmit, 30 jaar oud. Op dit moment ben ik vanuit Deloitte in New York geplaatst. Ik werk daar in het team International Tax, dat is ook mijn specialisatie met een focus op Amerika. Het meeste werk dat ik doe, richt zich op Amerikaanse bedrijven die in Nederland of breder in Europa willen opereren. Veel van wat ik schrijf heeft ook met dat onderwerp te maken.

Wat betekent deze prijs voor jou persoonlijk en professioneel?
Ja, toch wel een hoogtepunt. Wat ik bijzonder vind aan deze prijs is het proces eromheen. Normaal gesproken, als je een prijs wilt winnen, bereid je je daar echt op voor en werk je specifiek naar dat doel toe. Bij de Stevensprijs is dat anders. Je schrijft wat je wilt schrijven, omdat je het leuk vindt. Pas achteraf hoor je of je genomineerd bent, zonder dat dat een doel op zich is.
Ik was twee jaar geleden al eens genomineerd en ook toen was dat een complete verrassing. Het voelde als een groot compliment en erkenning, zonder dat ik daar specifiek op aanstuurde. Dat maakte het heel bijzonder.
Dit jaar was het weer een verrassing. Omdat ik nu in New York zit, kon ik er niet in persoon bij zijn maar gelukkig wel online. Vanwege het tijdsverschil (hier was het ochtend) ging mijn werkdag na de uitreiking hier gewoon verder. Daardoor drong het besef pas later echt tot me door. Maar uiteindelijk voelde het als een heel mooi compliment, zowel persoonlijk als professioneel.
Waarom heb je deze prijs gewonnen? Ging het over een specifieke publicatie?
Nee, het is niet voor één specifieke publicatie. Je hoeft zelf ook niets in te dienen om kans te maken. Het gaat om de toegevoegde waarde en relevantie van de publicaties, of dat nu één artikel is of twintig. Tijdens de uitreiking werd bijvoorbeeld gerefereerd aan mijn eerste publicatie ooit, samen met Loes van Hulten, die uit 2021 dateert. Maar bijvoorbeeld ook mijn meest recente publicatie, samen met Linda Jorissen, van afgelopen november.
De jury selecteert de auteurs op basis van een aantal criteria. Een daarvan is dat je jonger moet zijn dan 35 jaar. Maar het belangrijkste criterium is dat de auteur complexe materie op een begrijpelijke manier kan uitleggen. De jury kijkt dus ook naar de breedte van wat je hebt bijgedragen aan de literatuur.
Ik heb het juryrapport zelf nog niet gelezen, maar tijdens de uitreiking werd uitgebreid toegelicht waarom ik gewonnen heb. Een groot deel van mijn recente publicaties gaat over Pijler II, de nieuwe minimumbelasting. Dat is de afgelopen drie à vier jaar hét onderwerp binnen mijn vakgebied, en ik schrijf er veel over. Ik denk dat dat een belangrijke factor is geweest.
Daarnaast heb ik als gezegd samen met Linda Jorissen een artikel geschreven over een zaak bij de Amerikaanse Supreme Court. Hoewel de zaak zelf niet over box 3 ging, hebben we onderzocht of de uitspraak relevant kan zijn voor de box 3-discussie in Nederland. Volgens mij werd dat ook gewaardeerd door de jury. Er wordt meer over box 3 gesproken op verjaardagsfeestjes dan over Pijler II, dus dit was denk ik de publicatie met het grootste maatschappelijk belang in Nederland.
Welke actuele fiscale ontwikkelingen of uitdagingen vind je op dit moment het meest interessant of belangrijk?
Pijler II is erg actueel momenteel. Een actueel onderwerp dat verband houdt met Pijler II en mijn focus op de Amerikaanse markt, is de vraag wat president Trump gaat doen. Hij heeft kort na zijn aantreden gelijk aangegeven zich terug te willen trekken uit de ‘Global Tax Deal’. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe dat eruit gaat zien, maar wel is duidelijk dat hij heeft hier brede politiek steun voor heeft.
Onder voormalig president Biden waren er voorstellen om het Amerikaanse fiscale systeem meer te laten aansluiten op Pijler II. Deze voorstellen hebben het nooit gehaald en met de nieuwe wind in het Witte Huis, zal dat de komende tijd ook niet gaan gebeuren. Dit betekent dat er sprake zal zijn van een complexe interactie tussen bijvoorbeeld landen (zoals Nederland) die Pijler II hebben geïmplementeerd, en Amerika.
Wat zou je andere jonge fiscalisten willen adviseren die ambities hebben om de Stevensprijs te winnen?
Misschien klinkt het wat cliché, maar mijn advies is om het gewoon te proberen en niet te denken dat het onbereikbaar is. Ik dacht vroeger zelf dat artikelen schrijven alleen voor professoren was weggelegd en dat er een enorme drempel was om iets te mogen publiceren.
Mijn eerste artikel schreef ik dus samen Loes van Hulten. Ik had mijn scriptie over een onderwerp geschreven waarvan ik wist dat zij er ook veel over wist. Toen heb ik haar gevraagd: “Zullen we hier een artikel over schrijven met deze insteek?” Loes reageerde meteen positief en het proces om het gepubliceerd te krijgen was daarna veel eenvoudiger dan ik had verwacht. Dus mijn advies is vooral: gewoon doen. Het is echt mogelijk als je het wilt.