Champagne na gewonnen zaak over afscheidsbonussen 

Na jarenlang gesteggel oordeelde de Hoge Raad vlak voor Kerstmis dat afscheidsbonussen geen verkoopkosten deelneming zijn, en dus aftrekbaar. Fiscalist Peter Overgaauw was de drijvende kracht achter deze procedure. 

Het was een prachtig gebaar van de twee directieleden, tevens aandeelhouders van een Twents bedrijf in medische apparatuur. Ze raakten op leeftijd, gingen de zaak verkopen en wilden het personeel bedanken met een bonus van 1,5 miljoen euro, dat onderling kon worden verdeeld. Maar wat een feestelijk afscheid zou moeten worden, werd een lange en verbeten strijd met de fiscus. Peter Overgaauw, fiscalist bij Moore MKW, stond de directie van het begin tot het einde bij. 

Waar zat het pijnpunt? 

‘De bonus werd uitbetaald door de topholding, niet door de werkmaatschappijen. Maar als je die bonus ziet als loon, zou je het daar ook kunnen alloceren, omdat het personeel in dienst was van de werkmaatschappijen. Loonkosten kunnen van de winst worden afgetrokken, dan betaal je minder vennootschapsbelasting.’ 

Wat vond de Belastingdienst? 

‘Omdat de bonussen zijn betaald nadat de werkmaatschappijen zijn verkocht, is de fiscale eenheid verbroken. Dan komt die aftrek terecht bij de werkmaatschappijen in de periode dat die het eigendom zijn van de koper. Dan was er dus voor de verkoper géén aftrek.’ 

Voor ons was de kwestie klip en klaar, voor de Belastingdienst niet 

Wat vond u? 

‘Als een moedervennootschap een dochter verkoopt, dan is de verkoopopbrengst onbelast op grond van de deelnemingsvrijstelling. De vraag was: zijn de afscheidsbonussen verkoopkosten van die deelneming waardoor ze niet aftrekbaar zijn? Op basis van eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad hebben we ervoor gekozen om primair te stellen dat de bonussen kosten zijn van de dochtermaatschappij. Er is sprake van loon en dus aftrekbaar.’ 

En toen zei de Belastingdienst weer … 

‘Dat wij dan maar moeten aantonen dat de kosten al voorzien waren vóór de verkoop. Dan zou de aftrek per saldo bij de moeder van de fiscale eenheid terechtkomen. Er waren helaas geen schriftelijke bewijzen dat de directie voornemens was om die bonussen uit te keren vóór de verkoop gesloten was. Op dat punt klapte het bij de rechtbank. Dat was wel een domper.’ 

Waren de bonussen verkoopkosten deelneming? 

‘Volgens ons niet. Als je de wetsgeschiedenis bekijkt, dan betreffen verkoopkosten deelneming kosten die bijdragen aan de verkoop van de onderneming: due diligence-kosten, advocaatkosten, notariskosten, kosten van de belastingadviseur. De bonussen betrof veel meer een besteding van de verkoopopbrengst. Ze houden wel verband met de verkoop, maar ze hebben niet bijgedragen tot de verkoop – het personeel wist niet eens af van de verkoop. Voor ons was dat klip en klaar, voor de Belastingdienst niet.’ 

Lijkt ook een woordspelletje … 

‘Daar heeft het zeker van weg. Maar de Belastingdienst kreeg er wel gelijk mee bij de rechtbank, die dit maar heel kort motiveerde. We waren echt verbaasd. Onze klant was er helemaal klaar mee. Omdat wij zeker waren van het feit dat de rechtbank het mis had, zijn we via sprongcassatie – de feiten lagen immers vast – naar de Hoge Raad gegaan voor onze eigen rekening.’ 

Veel werk? 

‘Altijd veel meer dan je eerst denkt. De feiten leken vooraf redelijk simpel, maar je moet beslagen ten ijs komen, overal op reageren en gedegen literatuuronderzoek doen. Met name de keuze tussen ons primaire en subsidiaire standpunt kostte intern veel overleg. Een collega had gewerkt bij de rechterlijke macht, daardoor kregen we goede ondersteuning om de cassatieschriftuur op te stellen. Ruim een jaar na het indienen kwam de uitspraak.’ 

Hoe ging dat? 

‘Het was vlak voor de kerst. Die dag was ik toevallig vrij. Ik stond in een supermarkt toen een collega belde met de mededeling dat we de zaak hadden gewonnen. Ik was werkelijk … ehh … euforisch. Snel naar huis en de klant ingelicht, die was natuurlijk ook heel enthousiast. Aan de ene kant waren we zeker van onze zaak, aan de andere kant kwam dit ook weer onverwacht. De klant had al 3,5 ton belasting plus rente betaald, dat krijgt hij nu terug.’ 

Aan de ene kant waren we zeker van onze zaak, aan de andere kant kwam dit ook weer onverwacht 

Wat zat er voor jullie in? 

‘De klant bracht op kantoor twee heel mooie flessen champagne, één voor mij en één voor het team. Die hebben we hier soldaat gemaakt. Het nieuws hebben we gedeeld via onze website en via LinkedIn. We kregen veel felicitaties van andere fiscalisten. De klant vergoedde ons alsnog alle kosten van de cassatieprocedure.’ 

De moraal van het verhaal? 

‘Het is goed dat we hebben doorgezet. Nu is er duidelijkheid over deze kwestie, ook voor de belastingwetenschap en andere klanten. Dit speelt bij meerdere bedrijven, we krijgen er regelmatig vragen over.’ 


Peter Overgaauw (1965) 

  • 1987 Fiscale economie, Rijksuniversiteit Groningen 
  • 1987-2015 Belastingadviseur (sinds 1999 senior-manager), Deloitte 
  • 2015-2023 Senior-manager, KroeseWevers Belastingadviseurs 
  • 2024-heden Senior-manager belastingadvies, Moore MKW 

Jurisprudentie  

  • Rechtbank Gelderland 13 mei 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2387 
  • Hoge Raad 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1793 

Gerelateerd

Energie halen uit een gewonnen zaak  

De zaak van

Overtuigd dat we zouden winnen

De zaak van

Zaak met een luchtje 

De zaak van