Duaal belastingstelsel voor dga gewenst  

De dga heeft een “unieke positie” in de fiscaliteit. Hij is zowel ondernemer als werknemer en dat geeft hem de mogelijkheid om met inkomens te schuiven en zo de belastingdruk te verlagen. Onderzoekers pleiten voor een duaal belastingstelsel.  

Ondernemers zijn er in alle maten en kleuren. De zzp’er, de directeur-grootaandeelhouder (dga) van een mkb-bedrijf, maar ook van een multinational. Voor de zzp’er geldt een ander belastingregime dan voor de dga en zijn bv. Niet altijd is duidelijk of arbeid of winst wordt belast. Ook de dga heeft verschillende petten op: die van aandeelhouder en die van werknemer. Vanwege de bijzondere fiscale behandeling neemt de dga een “unieke positie in de fiscaliteit” in, zegt Arjan Lejour, hoogleraar belastingen en openbare financiën (Tilburg University). Samen met fiscalist Ruud van den Dool (en drie anderen) schreef hij het rapport De fiscale positie van de directeur-grootaandeelhouder. Het kabinet streeft naar een toekomstbestendig belastingstelsel en met dit rapport wordt onderzocht hoe de dga daarin past.  

Verschil niet te groot  

‘Looninkomen wordt anders belast dan winstinkomen’, zegt Lejour. ‘De dga heeft mogelijkheden om te “schuiven”, zodat hij minder belasting betaalt, ook al beperkt de wet dat met bijvoorbeeld de gebruikelijkloonregeling. Een deel van zijn inkomen is looninkomen, dat wordt belast in box 1 in de IB. Een ander deel is winst, dat wordt eerst belast met de vennootschapsbelasting en vervolgens bij dividenduitkering of verkoop van de aandelen in de bv met box 2-heffing. Het verschil met een IB-ondernemer en de werknemer moet niet te groot zijn.’  

Arjan Lejour  

1990 Master algemene econometrie en filosofie van de economie, Erasmus Universiteit Rotterdam  

1995 Promotie Integrating or desintegrating welfare states? Tilburg University  

1996 – heden Senior onderzoeker Centraal Planbureau  

2019 – heden Hoogleraar belastingen en openbare financiën, Tilburg University  

‘Gewone werknemers worden zwaarder belast dan ondernemers en de dga’, zegt Van den Dool. ‘De dga moet ook concurreren met multinationals, die minder belasting betalen. De dga zit er ergens tussenin. Uit vele onderzoeken blijkt dat het nadelig is als de winst van een onderneming te zwaar wordt belast. Arbeidsinkomen daarentegen kan hoger worden belast dan winst. Een en ander leidt wel tot afbakeningsproblemen en die spelen vooral bij de dga, want waar eindigt winst en begint inkomen uit arbeid?’  

Aanbevelingen  

Bijzonder aan dit rapport is dat het alle fiscale aspecten van de dga in onderlinge samenhang bespreekt, niet slechts deelonderwerpen, zoals de overdrachtsbelasting of de loonbelasting. ‘De fiscale regelgeving, ook wat de dga betreft, is veel te complex geworden. Menig dga is niet meer in staat de eigen fiscale positie te bepalen en zelfs veel adviseurs kunnen dat bijna niet meer.’ De onderzoekers komen met 113 aanbevelingen en als alleen al een deel ervan wordt overgenomen, zo voorspellen ze, dan wordt het vanzelf minder complex. ‘Dit is ook groot onderhoud aan de regelgeving. Neem het familierecht dat de afgelopen decennia is veranderd, bijvoorbeeld over de fiscale partner. Die ontwikkelingen zijn niet altijd meegenomen in regelgeving rondom de dga.’ Veel van de aanbevelingen zijn technisch van aard, gaan over de rechtsbescherming van de belastingplichtige dga of stroomlijnen bestaande fiscale regels. ‘De dga kan zijn fiscale positie beter optimaliseren dan een werknemer’, zegt Van den Dool. ‘Dat leidt tot kritiek en daar kunnen we ook iets aan doen, zo laten wij zien.’ De kern is: kapitaalinkomen zou moeten worden belast tegen ongeveer 30-35%. Maar arbeidsinkomen, ook dat van de IB-ondernemer en de dga, moet als zodanig worden belast. Waarom zou de zzp’er die als schilder werkt, door de ondernemersfaciliteiten minder belasting moeten betalen dan de schilder in loondienst?’ Daarom kiezen de onderzoekers voor een duaal belastingstelsel. Nu nog wordt kapitaalinkomen afhankelijk van de box anders belast. Daar willen zij vanaf: één tarief voor kapitaalinkomen.  

Ruud van den Dool

1991 Fiscale economie, Erasmus Universiteit Rotterdam  

2009 Promotie Belastingheffing over kapitaalinkomen van natuurlijke personen, Erasmus Universiteit Rotterdam  

Zelfstandig gevestigd fiscalist, of counsel diverse adviesorganisaties, tevens verbonden aan bureau vaktechniek SRA 

Bedrijfsopvolgingsregeling  

Een ander belangrijk aandachtspunt van de onderzoekers zijn de knelpunten van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), inclusief de argumenten om deze wel of niet af te schaffen. Uitgangspunt daarbij is een onderzoek van het CPB dat stelt dat de BOR niet doelmatig is. ‘Waarom geeft je de dga een fiscale faciliteit, waar een belegger met hetzelfde vermogen geen recht op heeft?’ vraagt Van den Dool zich af. ‘Wie overlijdt met een miljoen aan ondernemingsvermogen betaalt geen erfbelasting en die belegger wel. Is dat terecht? Dga’s hebben vaak wel voldoende geld om die erfbelasting te betalen zonder dat de continuïteit van het bedrijf in gevaar komt. In zo’n geval is die regeling niet doelmatig.’  

Download hier de publiekssamenvatting van het rapport De fiscale positie van de directeur-grootaandeelhouder.  

Toch is het te vroeg om hierover een standpunt in te nemen, zeggen Lejour en Van den Dool. Daarvoor is aanvullend onderzoek nodig. Ook over box 3, dat volgens de onderzoekers niet functioneert. En worden alle voorstellen overgenomen – afhankelijk hoe box 3 er in de toekomst gaat uitzien – dan is het best mogelijk dat de dga iets meer belasting gaat betalen dan nu. ‘Juist omdat belastingarbitrage minder goed mogelijk is.’  

Luister ook onze podcast over dit onderzoek

In cijfers  

Nederland telt zo’n 200.000 dga’s. Hun bv’s zijn vaak familiebedrijven, waar ongeveer 2,5 miljoen mensen werken. Die hadden in 2018 samen een omzet van € 500 miljard.  

Gerelateerd

Agree to disagree 

Verdieping

Denk aan de werkrelatie 

Verdieping