Fiscale procedures verharden 

Als het even kan, proberen fiscalisten gerechtelijke procedures te voorkomen. Maar als een vergelijk tussen klant en Belastingdienst er niet in zit, zijn ze klaar voor een gang naar de rechter. Het gaat wel steeds minder alleen over de materiële inhoud. 

Dat procederen niet de eerste inzet is bij fiscalisten, is wel te zien bij big four-kantoor PwC: er zijn geen aparte procestijgers, in de belastingadviespraktijk doet een handvol adviseurs gerechtelijke procedures “erbij”. Een van hen is Ronald van Scharrenburg. Maar dan nog geldt, zo zegt hij: eerst proberen om er met overleg uit te komen. Wordt bezwaar aangetekend tegen een beschikking, dan doet de adviseur dat vaak zelf. De groep rond Van Scharrenburg leest dan mee of leest juist tegen, dat doen ze ook in de fase bij de rechtbank. 

De meeste belastingadviseurs zijn, anders dan advocaten, primair gericht op het materiële recht, zegt Van Scharrenburg. ‘De vraag is doorgaans: is iets belast of is iets aftrekbaar. Fiscalisten gaan voor de inhoud. In het formele recht, dat de spelregels van het belastingrecht weergeeft, zijn fiscalisten van nature minder geïnteresseerd, en daar hebben ze dan ook minder kennis over.’ 

Ronald Scharrenburg

Er is een verminderde compromisbereidheid bij de Belastingdienst, zoals over de renteaftrek

Inhoudelijke discussie 

Ook bij het Eindhovense advieskantoor Joanknecht is het de belastingadviseur die bezwaar aantekent bij de Belastingdienst. ‘Die kent de klant, is betrokken bij de advisering en weet het beste op basis van welke uitgangspunten dit moet gebeuren’, zegt Mark-Jan van der Weerden. ‘Via overleg in de aanslagregelende of bezwaarfase proberen wij er altijd uit te komen. We willen zoveel mogelijk voorkomen dat we in gerechtelijke procedures terechtkomen. Eerst bekijken we of we het eens zijn over de feiten. Daarna hebben we een inhoudelijke discussie over de toepassing van wetgeving en jurisprudentie. Daarbij bestaan uiteraard interpretatieverschillen en “verplichte standpuntbepalingen”, waardoor een discussie uiteindelijk een procedure kan worden. We streven er uiteindelijk naar slechts over zuivere rechtsvragen te procederen. Bij Joanknecht is het principe dat iedere belastingadviseur uiteindelijk zelf moet kunnen procederen. Daarbij is het vierogenprincipe een gegeven.’ 

Formeel belastingrecht 

Af en toe móét er worden geprocedeerd, zegt ook Van Scharrenburg: ‘Bijvoorbeeld omdat je het echt oneens bent over de uitleg van de wet, of over de feiten. Soms kun je proberen de Hoge Raad te bewegen terug te komen van zijn rechtspraak en wie weet gaat hij daarin mee.’ De zaken waarover wordt geprocedeerd variëren enorm, zegt hij: van indirecte belastingen en omzetbelasting tot de energiebelasting. Ook al is procederen bij de belastingrechter geen dagelijkse kost, het is toch een uitdaging om voldoende mensen geïnteresseerd te krijgen voor een functie in de procespraktijk. ‘Op de universiteit leeft formeel belastingrecht wat minder, ik vond het ook wat droog. Mijn voorganger bij PwC was Paul van Amersfoort, voorheen lid van de Belastingkamer van de Hoge Raad. Ik beschouw hem als mijn leermeester op het gebied van het formeel belastingrecht. Die interesse probeer ik hier over te brengen. Collega’s die het leuk vinden worden erbij betrokken, ze kunnen mee naar de rechtbank. Veel fiscalisten hebben nog nooit een rechtszaal van binnen gezien. Behandelt de rechter de casus waar jij al een tijd mee bezig bent, dan is dat spannend. Zo hoop ik bij hen belangstelling voor de formele kant van het belastingrecht aan te wakkeren.’ 

Van der Weerden ziet procederen niet als een vak apart. De opbouw van een belastingadvies is min of meer hetzelfde als die van een bezwaar- of beroepschrift. ‘De meer ervaren mensen op dit kantoor hebben vaker geprocedeerd. Die zijn niet meer bang om een rechtbank binnen te lopen. Die mensen beheersen de materiële problematiek en weten dat de rechter altijd veel belang hecht aan de feiten. Jonge mensen lopen dan met ons mee en leren ook bij de NOB beroepschriften schrijven en pleiten met bijvoorbeeld de cursus procesvoering.’ 

Specialistisch 

Externe advocaten inhuren voor een procedure gebeurt nauwelijks. In belastingzaken geldt immers geen verplichte procesvertegenwoordiging. ‘Alleen advocaten mogen mondeling bij de Hoge Raad pleiten’, zegt Van Scharrenburg. ‘Daarvoor hebben we een keer een fiscaal advocaat in de arm genomen. Voor de zaken die schriftelijk worden afgedaan, zetten we onze eigen mensen in. Behalve bij heel specialistische kwesties, zoals civielrechtelijk getinte invorderingszaken. Dan heb je een deskundige op dat gebied nodig. Je moet je beperkingen kennen.’ Van Scharrenburg geeft zijn klant dan enkele namen van advocaten, en die kiest dan zelf wie hem bij de Hoge Raad bijstaat. 

Ook in de beroepsfase proberen Van der Weerden en zijn team vooraf met de Belastingdienst duidelijk te krijgen waarover ze het echt oneens zijn. ‘Komen we er niet uit, dan gaan we procederen. Dat doen we zelf, maar schakelen in het voortraject, als de problematiek te specialistisch is, externe deskundigheid in. Voorbeelden daarvan zijn op het gebied van formeel belastingrecht, Diana van Hout, Gerard Staats over pensioenen en Johan Vissers over kansspelbelasting.’ 

Mark-Jan van der Weerden 

Procedures gaan steeds vaker over formele aspecten. De verhoudingen zijn aan het verharden

Verharding

Ook al staan de procesfiscalisten van PwC niet vaak in de rechtszaal, ze houden wel de jurisprudentie goed bij. ‘De belastingadviseurs lezen die uitspraken ook, maar bij de procespraktijk is dat een tandje meer. Ook gaan we dieper op de jurisprudentie in door te onderzoeken hoe verschillende uitspraken zich tot elkaar verhouden en welke lijnen we kunnen ontdekken.’ Ondanks de processuele terughoudendheid ziet Van Scharrenburg het aantal beroepzaken toenemen, bij PwC zijn dat er nu enkele tientallen op jaarbasis. ‘Ik denk dat dit komt door een verminderde compromisbereidheid bij de Belastingdienst, zoals over de renteaftrek. Er is een soort verharding opgetreden, waardoor je daar meer zaken over krijgt. Klanten zelf hoeven die procedures niet zo nodig, ze zijn langdurig en kostbaar.’ 

Businessmodel 

Ook Van der Weerden ziet dat er tegenwoordig meer wordt geprocedeerd. Hij constateert bij de Belastingdienst een clustering van mensen dat zich daarmee bezighoudt. Ook hij noemt de verharding tussen de Belastingdienst en de advieswereld, en nog meer tussen de Belastingdienst en de fiscale advocatuur. ‘Ik weet niet wie aanstichter is en wie volgt. Het is kip-ei. Bij de big four zitten gespecialiseerde teams die veel procederen. Voor Joanknecht vormt procederen geen businessmodel. Verdere juridisering en “formele” discussies zijn trending: of een aanslag wel op de juist wijze is bekendgemaakt, of de inspecteur wel bevoegd was de informatiebeschikking te nemen. Het nemo-teneturbeginsel en beschikkingsmacht zijn onderwerpen die je vaker ziet terugkomen bij procedures. Er wordt mist opgeworpen, en het gaat minder over de materiële rechtsvraag, maar meer over hoe je kunt winnen. Is dit een gevolg van het feit dat procederen steeds meer een businessmodel is geworden? Bij Joanknecht streven we dat niet na en onze klanten willen liever ook niet dat een geschil juridiseert.’ 


Mark Jan van der Weerden (1970) 

  • 1996 Fiscale economie, Tilburg University 
  • 1995-1996 Belastingadviseur Coopers & Lybrand 
  • 1996-2015 Belastingadviseur en partner, Witlox Advies en WVDB 
  • 2004 Topmaster directe belastingen, formeel belastingrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam 
  • 2015-heden Tax partner / belastingadviseur Joanknecht 

Ronald van Scharrenburg (1980) 

  • 1998-2002 Economie, Tilburg University 
  • 1998-2002 Belastingrecht, Tilburg University 
  • 2003-2007 Medewerker Wetenschappelijk Bureau, Hoge Raad 
  • 2007-heden Belastingadviseur, PwC 

Gerelateerd