NOB-reactie op internetconsultatie Wetsvoorstel openbaarmaking vergrijpboeten

De Orde heeft op zichzelf beschouwd begrip voor de doelstelling van de maatregel om vergrijpboetes aan deelnemers openbaar te maken: cliënten en de maatschappij in brede zin kunnen er baat bij hebben om vooraf te weet te komen of een adviseur betrouwbaar is of dat deze zich schuldig heeft gemaakt aan medewerking aan een vergrijp. Maar vanuit rechtstatelijk oogpunt heeft de Orde fundamenteel bezwaar tegen de maatregel. Enkel de mogelijkheid van een dreigement van boeteoplegging en publicatie kan naar mening van de Orde al worden gezien als een inbreuk op de rechtsbescherming en rechtsbijstand van de betrokkene.

Er is een fundamenteel krachtsverschil tussen de heffende overheid en de individuele burger. Het past daarbij niet goed om een generieke maatregel in te voeren waarmee dit krachtsverschil wordt vergroot. Om de rotte appels uit de mand te halen, zou de overheid kunnen kiezen voor uitbreiding van het opsporings- en vervolgingsapparaat en werken aan verbetering van handhaving. Als het om de afschrikwekkende werking te doen is, dan zou dit naar mening van de Orde effectiever zijn. Om deze redenen is de Orde geen voorstander van openbaarmaking van vergrijpboetes aan deelnemers.

Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden drs. R.A. van der Jagt (voorzitter), prof. mr. J.W. Bellingwout, prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk, mw. mr. P.C. van den Brink, drs. M.J.A.M. van Gijlswijk, de heer E.P. Hageman LLM, prof. dr. E.J.W. Heithuis, mw. prof. dr. S.J.C. Hemels, prof. dr. P. Kavelaars, prof. mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok, drs. C. Overduin, drs. W.H. Peters, mr. M.H.C. Ruijschop, mr. E.B. van der Stok, mr. E.A. Visser, drs. M.M.G.A. Voets, mw. mr. B.E.M. den Boer (secretaris wetsuitvoering) en mr. P.A. Anthoni (secretaris wetgeving) met medewerking van de leden van de Commissie Beroepszaken en van de sectie Formeel belastingrecht.

Gerelateerd