Beoordeel of bezwaar tegen definitieve aanslagen IB met box 3 nodig is
De Belastingdienst heeft met dagtekening 27 mei 2025 een grote hoeveelheid definitieve aanslagen IB 2021 opgelegd. Deze aanslagen werden tot dan toe nog aangehouden vanwege het daarin aanwezige box 3-inkomen. Bond voor Belastingbetalers, Consumentenbond, NBA, NOAB, NOB, RB en SRA raden hun achterban aan om te beoordelen of bezwaar tegen de definitieve aanslagen raadzaam is.
Definitieve aanslagen IB 2021 en 2022
Over het algemeen zal onder de uitstelregeling voor het indienen van de aangifte IB 2021 uitstel verleend zijn tot 30 april 2023. De mogelijkheid om een definitieve aanslag IB 2021 op te leggen verjaart dan pas op 31 december 2025. Desondanks is met dagtekening 27 mei 2025 een grote hoeveelheid definitieve aanslagen IB 2021 met box 3-inkomen opgelegd. Naar verwachting zullen de andere definitieve aanslagen IB 2021 nog volgen. De verwachting is verder dat vanaf eind juli definitieve aanslagen IB 2022 in fases worden opgelegd. Te beginnen met de aangiften waarvoor geen uitstel is verleend.
Wachten op formulier OWR?
De Belastingdienst communiceert dat de belastingplichtige niet in bezwaar hoeft als hij een beroep wil doen op box 3-heffing berekend naar het werkelijk rendement. De verwachting is dat vanaf begin juli 2025 het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) beschikbaar is. Met dat formulier kan de belastingplichtige dan het werkelijk rendement doorgeven berekend volgens de (nog bij de Eerste Kamer in behandeling zijnde) Wet tegenbewijsregeling box 3.
De belastingplichtige kan het formulier OWR afwachten en hoeft – aldus de Belastingdienst – geen bezwaar in te dienen als hij alleen een beroep wil doen op toepassing van het werkelijk rendement overeenkomstig de Wet tegenbewijsregeling box 3.
Wanneer is bezwaar toch noodzakelijk?
Als een belastingplichtige echter niet wil aansluiten bij de Wet tegenbewijsregeling box 3 of daaraan twijfelt, is het verstandig om tijdig bezwaar te maken tegen de definitieve aanslag IB. Tijdig is binnen zes weken na dagtekening van de aanslag. Voor aanslagen met dagtekening 27 mei 2025 eindigt deze termijn dus op 8 juli 2025.
Verder is bezwaar maken nodig als de belastingplichtige de verdeling tussen partners wil wijzigen. Wordt nu niet tijdig bezwaar gemaakt, dan blijft de verdeling tussen partners zoals die in de ingediende aangifte is gekozen namelijk ook van toepassing op het werkelijk rendement.
Een andere reden om bezwaar te maken is als de belastingplichtige een beroep wil doen op een individuele buitensporige last. En dus ook als de belastingplichtige het niet eens is met de berekeningswijze van het werkelijk rendement volgens de Wet tegenbewijsregeling box 3 (de belastingplichtige wil bijvoorbeeld kosten aftrekken of geen huurinkomsten aangeven), moet de belastingplichtige tijdig in bezwaar tegen de definitieve aanslag.
Let op! Bezwaar maken heeft uiteraard alleen zin als het werkelijk rendement lager is dan het rendement, zoals berekend in de definitieve aanslag IB.
Andere redenen om bezwaar te maken
Een andere reden om bezwaar te maken, kan zijn dat de belastingplichtige bezwaar wil maken tegen het verhoogde eigenwoningforfait, ook wel villataks genoemd. Deze villataks speelt als de waarde van de woning uitkomt boven in 2021 € 1.110.000 en/of in 2022 € 1.130.000. Mogelijk is deze villataks in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. Of er echt sprake is van een dergelijke inbreuk, zal uit toekomstige rechtspraak moeten blijken. Als de belastingplichtige de rechten veilig wil stellen, dan moet bezwaar worden gemaakt tegen de definitieve aanslag. Voor bezwaren tegen deze villataks geldt geen massaalbezwaarprocedure.
Een andere reden om bezwaar te maken, kan zijn dat de belastingplichtige bezwaar wil maken tegen de belastingrente. Dit speelt als de definitieve aanslagen IB 2021 of 2022 belastingrente bevatten. Maar ook als de voorlopige aanslagen 2021 of 2022 belastingrente bevatten. Om succesvol bezwaar tegen de belastingrente bij voorlopige aanslag te maken, moet de belastingplichtige eerst een verzoek om herziening van belastingrente indienen. Let op: tot zes weken na dagtekening van de definitieve aanslag, waarmee de voorlopige aanslag wordt verrekend, kan de belastingplichtige een verzoek tot herziening indienen.
De Belastingdienst zal dit herzieningsverzoek afwijzen. De belastingplichtige moet vervolgens tegen deze afwijzing bezwaar maken. Pas als de belastingplichtige bezwaar heeft gemaakt, doet de belastingplichtige voor de belastingrente mee in de massaalbezwaarprocedure.
Overleg met je klant!
NBA, NOAB, NOB, RB en SRA raden hun leden aan om in overleg te treden met hun klanten over de vraag of zij bezwaar willen maken tegen de definitieve aanslagen IB 2021 en IB 2022. De Belastingdienst zal verzoeken om het formulier OWR in te vullen. De Tweede Kamer heeft bij aanname van de Wet tegenbewijsregeling box 3 het gebruik van het formulier OWR namelijk verplicht gesteld, maar belastingplichtigen kunnen wel nog aanvullende argumenten naar voren brengen. Naar verwachting zal de Belastingdienst het bezwaar op overige punten afwijzen. Dit betekent dat je klant bereid moet zijn om een juridische procedure te starten. Informeer je klant daarom goed over het fiscale belang, het procesverloop en de mogelijke kosten. De kans op succes is onzeker. Laat je klanten vervolgens zelf beslissen of zij wel of niet bezwaar willen maken. Leg het gespreksverslag en de verklaring van je klant schriftelijk vast in het klantdossier.