Emma van Doornik, nieuwe voorzitter sectie Douane

De sectie Douane van de NOB heeft een nieuwe voorzitter, Emma van Doornik (Loyens & Loeff). In dit interview deelt zij haar achtergrond, haar visie op de rol van de sectie en de belangrijkste actuele ontwikkelingen binnen het douanerecht.

Kun je iets over jezelf vertellen? Wat is je achtergrond en hoe ben je in het vakgebied Douane terechtgekomen?

Ik ben Emma van Doornik en werk inmiddels zo’n vijftien jaar in het douanevak. Ooit ben ik afgestudeerd in fiscaal recht – dat was in 2003 – maar ik had toen nog geen flauw idee wat ik wilde gaan doen. Na een tijd in het buitenland te hebben gewoond en wat omzwervingen op de arbeidsmarkt, besloot ik een master internationaal en Europees recht te volgen, met een focus op internationale handel. Dat leek me een mooie mix van recht, economie en politiek. Toch wist ik toen nog steeds niet precies welke kant ik op wilde.

Wat me altijd heeft getrokken, is het politieke aspect. Daarom ben ik naar Brussel gegaan om een executive master in Europese studies te volgen. Tijdens die periode liep ik ook stage, onder andere bij het Europees Parlement en bij Business Europe, op de afdeling internationale handel. Daar kwam ik voor het eerst echt in aanraking met douane en internationale handelsvraagstukken. Het ging toen bijvoorbeeld over het verdrag met Amerika (TTIP) en over het nieuwe douanewetboek. Ik mocht als stagiair overal bij zijn en dat was ontzettend leerzaam.

In die tijd sprak ik mensen in Brussel die zeiden: “Als je douane interessant vindt, kun je dat vak ook gewoon bij kantoren gaan doen.” Dat was voor mij een eyeopener. Ik had er nooit bij stilgestaan dat dat een mogelijkheid was. Na Brussel ben ik aan de slag gegaan als adviseur op het gebied van douane en internationale handel en daar heb ik geen dag spijt van gehad.

Naast mijn werk bij Loyens & Loeff ben ik ook universitair docent douanerecht in Maastricht, waar ik ook ben gepromoveerd in het douanerecht. Samen met collega’s heb ik daar 6 jaar geleden twee douanevakken opgezet in de masteropleiding International and European Tax Law. Deze vakken geven wij nog steeds en dat doe ik met heel veel plezier. Eén van de redenen dat ik dat ben gaan doen, is omdat douanerecht in mijn ogen veel te weinig onder de aandacht wordt gebracht op universiteiten en daarbuiten. Je hoeft het vak niet te kiezen, maar als je niet weet dat het bestaat, dan komt het überhaupt niet in je op als optie. Zeker in een land als Nederland, met belangrijke logistieke knooppunten als de grote Nederlandse havens en Schiphol, is het best opmerkelijk dat douanerecht jarenlang nauwelijks op de radar stond.

Gelukkig zie ik daar nu verandering in, maar het blijft een niche. Met de internationale ontwikkelingen van de laatste jaren zie ik wel meer aandacht ontstaan, bijvoorbeeld rondom importtarieven. Dat kan een mooie kans zijn om meer mensen enthousiast te maken voor het vak. Zelf noem ik mezelf wel eens een ‘douanezendeling’ – ik vind het belangrijk dat mensen weten dat dit vak bestaat.

Wat motiveerde je om voorzitter te worden van deze sectie en wat zijn je ambities in die rol?

Mijn motivatie komt rechtstreeks voort uit diezelfde drive. Douane is nog een relatief jonge sectie binnen de NOB, maar we zijn steeds actiever geworden. Wat mij betreft is het nu tijd om de zichtbaarheid van ons vakgebied echt te vergroten – op alle fronten. Dus niet alleen in de praktijk, maar ook in het academische domein, bij overheden, in het bedrijfsleven én juridisch. Er zijn zóveel mensen en organisaties die te maken hebben met douane, en toch blijft het vaak onderbelicht.

Ik hoop vooral ook dat we erin slagen om het douanerecht uit de niche te halen. Dat we zichtbaar en herkenbaar worden als kennisbron en gesprekspartner – voor bedrijven, voor beleidsmakers, voor collega’s van de directe belastingen en voor studenten. En dat we jonge fiscalisten kunnen laten zien hoe interessant, dynamisch en relevant dit vakgebied is. Want dat is het echt.

Welke actuele ontwikkelingen binnen het douanerecht verdienen volgens jou extra aandacht?

Er zijn natuurlijk meerdere thema’s die spelen. Iedereen heeft het momenteel over de heffingen van Trump – dat is begrijpelijk, want het raakt veel sectoren. Maar ondertussen gebeurt er op de achtergrond ook veel, zoals de herziening van het douanewetboek. In mei 2023 heeft de Europese Commissie een nieuw voorstel gelanceerd dat behoorlijk ingrijpend is. Het is sterk gericht op e-commerce en risicomanagement, en zal – als het wordt aangenomen – flinke impact hebben op het bedrijfsleven.

Op dit moment vinden daar de onderhandelingen over plaats binnen de Raad van de Europese Unie. Het Europees Parlement heeft zich er al over uitgesproken. De verwachting is dat er tegen het eind van het jaar een uitkomst ligt, maar het zal daarna nog wel een aantal jaar duren voordat de nieuwe regels daadwerkelijk van kracht worden. Toch is het belangrijk om nú al goed naar de inhoud te kijken. Als sectie hebben we dat ook gedaan. Er is een discussiebijdrage gepubliceerd met een aantal knelpunten en één van de knelpunten is/wordt meegenomen in de 2025 editie van de notitie ‘Knelpunten in Daarbij doen we ook suggesties om bepaalde bepalingen anders te formuleren, omdat we merken – zowel in de praktijk als vanuit het onderwijs – dat sommige regels tot verwarring leiden. En als een regel tot veel discussie leidt, is die regel waarschijnlijk niet helder genoeg. Dan moeten we daar wat mee.

Kun je een voorbeeld geven van zo’n knelpunt?

Een goed voorbeeld is een wettelijke bepaling over het eventueel tenietgaan van een douaneschuld. In het huidige systeem kunnen relatief kleine administratieve vergissingen leiden tot miljoenenclaims richting bedrijven, en er is dan weinig ruimte om dat nog recht te zetten.

Het lijkt niet de bedoeling te zijn dat dit soort vergissingen zulke verstrekkende gevolgen hebben. Toch is dat wel hoe het nu uitpakt in de praktijk. In zo’n geval kun je natuurlijk gaan procederen – en dat gebeurt ook – maar het is een lang traject, zeker als je uiteindelijk bij het Hof van Justitie van de Europese Unie belandt.

Daarom vinden wij als sectie dat we juist aan de voorkant een rol moeten spelen: meedenken over hoe wetgeving mogelijk duidelijker kan. We hebben enorm veel kennis en ervaring in huis, vanuit kantoren, bedrijfsleven, wetenschap – noem maar op. Die expertise kunnen we benutten om hier ook echt een bijdrage aan  te kunnen leveren.

Wat kunnen leden verwachten van de sectie de komende tijd?

Binnen de beroepsopleiding belastingadviseurs is het douanetraject inmiddels stevig ingebed, en daar ben ik erg blij mee. Daar worden de douanemodules inmiddels ook in het Engels aangeboden. Er zijn tenslotte veel bedrijven in Nederland actief met een internationale oriëntatie, die bijvoorbeeld niet-Nederlandstalige douanemanagers of fiscalisten in dienst hebben.

Als sectie doen we natuurlijk veel aan kennisdeling via bijeenkomsten. Op 19 mei zijn wij als sectie betrokken bij een event dat we samen met andere NOB-secties organiseren. Dat staat in het teken van de Amerikaanse verkiezingen en de mogelijke impact van de nieuwe Trump Administration op de internationale handel en douanepraktijk. Daarin belichten we onder meer de geopolitieke spanningen en de veranderende handelsstromen.

Daarnaast organiseren we met de sectie Douane op 8 september een PE-bijeenkomst rond het thema Sustainability and Customs. Dit is een onderwerp dat de komende jaren alleen maar belangrijker wordt. Denk aan regelgeving als de Europese Deforestation Regulation, de aankomende Forced Labour Act, of regels rond productveiligheid.  Inmiddels hebben we te maken met zo’n 370 verschillende vormen van grensoverschrijdende regelgeving in Europa, en de douane is verantwoordelijk voor de controle daarvan. Dat is een enorme set aan regelgeving — zeker voor kleinere bedrijven — waar wij als sectie ook bij willen helpen met duiding en kennisdeling.

Wat het extra interessant maakt, is dat we voor dit seminar samenwerken met een jurist én een fiscalist, zodat we het onderwerp van meerdere kanten kunnen belichten. Veel van deze duurzaamheidsregels zijn geen fiscale wetten, maar ze spelen zich wel af bij de import van goederen. Dus ook al zijn het geen puur fiscale regels, ze raken het werkveld van de douanefiscalist wel degelijk en hebben wél grote impact op douaneprocessen.

Ons doel is om via deze bijeenkomsten en cursussen leden van de NOB goed voor te bereiden op de complexe en snel veranderende praktijk. En natuurlijk blijven we ook binnen de sectie in gesprek over nieuwe thema’s en mogelijke publicaties om actuele ontwikkelingen van context en uitleg te voorzien.

Het laatste nieuws