Vijf vragen aan Juliette Marsé, voorzitter van de sectie Sustainability

Begin dit jaar is de sectie ‘Sustainability’ binnen de NOB opgericht. Aanleiding voor deze oprichting is de toenemende invloed van Europese/internationale en daarmee ook nationale wet- en regelgeving op het gebied van milieu en klimaat. De sectie richt zich op sustainability en belastingen in de brede zin van het woord.  Vijf vragen aan Juliette Marsé (PwC) over deze sectie.

Kun je iets vertellen over jezelf en waarom je het voorzitterschap van de sectie ‘Sustainability hebt aanvaard?

Ik ben Juliette Marsé en ik woon in Amsterdam, samen met mijn vrouw en ons zoontje. Inmiddels werk ik alweer negen jaar bij PwC. Daarvoor heb ik zes jaar bij Loyens & Loeff gewerkt. Sinds het begin van mijn carrière houd ik me bezig met klanten in de energiesector. In het begin was dat vooral advisering van energiebedrijven, maar de afgelopen tien jaar is de sector – en daarmee ook het belastingstelsel – enorm veranderd. De rol van energie in de maatschappij is veel belangrijker geworden.

Overheden sturen steeds meer via fiscale maatregelen – de bekende ‘carrot and stick’ – richting verduurzaming. Dat is volgens mij ook een van de belangrijkste redenen waarom we binnen de NOB vinden dat er steeds meer aandacht moet komen voor dit type fiscale wetgeving en voor de manier waarop deze wetgeving inwerkt op maatschappelijke ontwikkelingen. Het gaat daarbij niet alleen om fiscale regels op zich, maar ook om de richting waarin we ons als Nederland – en misschien wel breder, als Europese Unie – willen bewegen. Hierbij is de interactie tussen Europese regelgeving en nationale regelgeving heel belangrijk.

Vanuit die gedachte is binnen de NOB het initiatief genomen om een sectie Sustainability op te richten. Aangezien ik al actief was op het onderwerp energie binnen een andere, inmiddels opgeheven sectie klankboard groep fiscaal beleid, ben ik gevraagd om het voorzitterschap van deze nieuwe sectie op me te nemen.

Overheden sturen steeds meer via fiscale maatregelen – de bekende ‘carrot and stick’ – richting verduurzaming. Dat is volgens mij ook een van de belangrijkste redenen waarom we binnen de NOB vinden dat er steeds meer aandacht moet komen voor dit type fiscale wetgeving

Wat is de samenstelling van de sectie en op welke thema’s richten jullie je?

“We hebben onze eerste vergadering inmiddels achter de rug. Eén van onze belangrijkste doelstellingen is ervoor zorgen dat fiscaliteit geen belemmering vormt voor economische activiteit, maar juist bijdraagt aan een aantrekkelijk ondernemingsklimaat in Nederland.

In onze sectie hebben we leden van alle Big Four-kantoren, iemand van Loyens & Loeff en bijvoorbeeld ook Lenny Koot van het Havenbedrijf Rotterdam. Maar de sectie is nog niet volledig samengesteld, we zoeken nog een vertegenwoordiger van BDO en door de maatschappelijke relevantie van deze sectie ook graag nog meer bedrijfsfiscalisten. We streven ernaar om meerdere sectoren én regio’s vertegenwoordigd te hebben. Binnen het bedrijfsleven leeft het thema enorm, vooral omdat het vaak direct impact heeft op de onderneming – ook ‘boven de streep’. Dat maakt het ook voor bedrijfsfiscalisten heel relevant.

Sustainability is natuurlijk een breed begrip, maar voor nu ligt de nadruk van de sectie vooral op energie en sustainable tax. Bij sustainable tax gaat het over veel meer dan alleen milieubelastingen of CO₂-heffingen. Het raakt aan de vraag hoe sustainable tax structureel onderdeel is van je bedrijfsvoering — en hoe fiscaliteit daarin kan stimuleren of juist belemmeren. Dat zie je bijvoorbeeld terug bij pensioenfondsen en andere investeringsinstellingen. Zij kijken steeds nadrukkelijker naar de fiscale positie van hun investeringen en of deze passen binnen hun eigen kaders van wat zij als ‘sustainable tax’ beschouwen.

Wetgeving zoals het Europese CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism), het ETS (Emission Trading System) en nationale energiebelastingen zijn belangrijke instrumenten om gedrag te sturen. Ook daar zien we een groeiende vraag naar verduidelijking maar tegelijkertijd ook knelpunten.

Kun je een voorbeeld geven van zo’n knelpunt op het gebied van duurzaamheid?

“Een goed voorbeeld is het gebruik van elektrische auto’s als tijdelijke energieopslag. Daar is veel om te doen. Het idee is dat je zo’n auto kunt opladen en de batterij tijdelijk kunt ontladen om bijvoorbeeld je woning of bedrijf van stroom te voorzien, en daarna weer opnieuw kunt opladen. Maar fiscaal gezien loop je dan tegen een probleem aan: stel je levert in totaal 200 kWh terug aan het net, dan wordt daar energiebelasting over geheven, ook al kan de batterij van die auto bijvoorbeeld maar 64 kWh opslaan. Dat betekent dat je dus belasting betaalt over iets wat feitelijk een circulaire stroom is.

Een van de ambities van onze sectie is om dit soort knelpunten te signaleren en bespreekbaar te maken. We willen eraan bijdragen dat het fiscale systeem toekomstbestendig wordt ingericht en bijdraagt aan het ondernemingsklimaat in Nederland.”

Welke actuele fiscale ontwikkelingen spelen momenteel op het gebied van duurzaamheid – nationaal en internationaal?

“Een groot deel van de regelgeving op het gebied van duurzaamheid komt vanuit Europa. Daarom kijken wij als sectie niet alleen naar nationale, maar juist ook naar Europese ontwikkelingen. En we zijn daarbij kritisch: lopen we in Nederland in de pas met de EU of proberen we veel verder te gaan? Want plannen vanuit Den Haag – hoe goedbedoeld ook – kunnen soms een averechts effect hebben. Juist omdat ze strenger zijn dan de regels in de landen om ons heen. Nederland is niet zo groot en CO₂ stopt niet bij de landsgrenzen, dus het wordt best lastig als je dit volledig soeverein probeert te doen. Dan zie je industrie namelijk vertrekken en dat draagt niet bij aan een schoner klimaat en al helemaal niet aan de Nederlandse economie.

Wat kunnen NOB-leden de komende tijd van de sectie verwachten?

“We willen nadrukkelijk inzetten op kennisdeling. Sustainability is nog geen standaard vak binnen de fiscale opleidingen, zoals bijvoorbeeld btw of vennootschapsbelasting. Toch merken we dat er steeds meer vragen over zijn – ook vanuit de universiteiten. Eén van onze doelen is dan ook om bij te dragen aan onderwijs en cursussen op dit terrein, bijvoorbeeld via PE-bijeenkomsten.

Daarnaast hebben we – zoals gezegd – fiscale knelpunten verzameld en ingebracht in een bredere knelpuntennotitie van de NOB. Een daarvan is inmiddels aangemerkt als prioriteit.

Verder zoeken we ook actief samenwerking met andere secties, zoals Douane en Lokale- en Milieuheffingen, omdat veel thema’s elkaar raken. Denk bijvoorbeeld aan CBAM, waar je te maken krijgt met milieuheffingen, douane en fiscaliteit.

Op de lange termijn hoop ik dat we met de sectie een echte gesprekspartner zijn geworden voor Den Haag. Het is goed om ambitie te hebben, maar die moet wel realistisch en uitvoerbaar zijn. Fiscaliteit als onderdeel van klimaatbeleid moet de energietransitie stimuleren, niet belemmeren. Daar willen wij als sectie graag onze bijdrage aan leveren.”

Het laatste nieuws