Vijf vragen aan Roy van de Ven
Afgelopen jaar is Roy van de Ven (partner bij Deloitte) toegetreden tot het bestuur van de NOB. Binnen het bestuur beheert hij de portefeuille Internationale Fiscale Zaken. Vijf vragen aan hem over zijn rol in het bestuur en de ontwikkelingen op internationaal fiscaal vlak.
Roy, kun je jezelf voorstellen aan onze leden?
Ik ben al 26 jaar fiscalist bij dezelfde werkgever. Op mijn 51ste werk ik nog steeds met veel plezier/voldoening en enthousiasme bij Deloitte, waar ik ooit begon toen het nog Andersen was. Mijn hele carrière ben ik actief in de internationale fiscale praktijk en inmiddels al meer dan tien jaar partner.
Ik heb fiscaal recht gestudeerd in Maastricht. Toen ik enkele jaren aan het werk was, heb ik een postdoctorale opleiding gedaan bij Kees van Raad in Leiden, gericht op internationaal fiscaal recht.
Ik woon aan de kust, samen met Sanne, die ook werkzaam is in het belastingrecht. We hebben drie kinderen. De oudste vroeg laatst of hij ook fiscalist moest worden, wat aanleiding gaf tot leuke gesprekken.
Wat was jouw motivatie om bij het algemeen bestuur te komen?
Ik ben Suzanne de Nooijer opgevolgd in het bestuur. Zij kreeg een andere rol binnen Deloitte en zij vroeg mij of ik haar wilde opvolgen. Na een aantal gesprekken raakte ik enthousiast. Deze rol als bestuurslid past ook bij de fase waarin ik nu zit in mijn carrière.
Sommige mensen zeggen weleens: “You learn, you earn, and you return.” Dat klopt wel. In het begin van je carrière ben je vooral aan het leren en later heel hard aan het werken. Op een gegeven moment ga je nadenken of je iets kan teruggeven. Je kunt fiscaliteit achter je laten en de politiek in gaan, zoals sommigen doen, maar voor mij is een bredere oriëntatie richting de NOB en daar een actieve bijdrage aan leveren, een prachtige invulling is. De NOB is echt een vereniging van fiscalisten die vrijwillig samenkomen om van elkaar te leren, een mooie club met gepassioneerde vakgenoten. Het is inspirerend om met mensen uit verschillende hoeken van het vak samen te werken en verschillende perspectieven te bundelen.
Inmiddels voel ik me erg thuis bij de NOB. Het bureau van de NOB is uitstekend georganiseerd. Ik ben onder de indruk van hoe soepel alles loopt. Bij de NOB gaat het er net als bij een internationale organisatie als Deloitte erg professioneel en goed gestructureerd aan toe. Dat verdient een compliment.

De NOB heeft een belangrijke rol in het maatschappelijke debat over fiscale wet- en regelgeving
Wat hoop je te bereiken nu je in het bestuur zit?
Mijn doelen zijn tweeledig. Ten eerste heeft de NOB een belangrijke rol in het maatschappelijke debat over fiscale wet- en regelgeving. De regelgeving wordt steeds complexer, bijvoorbeeld met internationale ontwikkelingen zoals Pijler II. Dat vraagt om een doordachte positionering van de NOB. We doen dit al goed, maar er zijn altijd manieren om dit nog beter te doen. De Raad van Advies, die ons helpt om met een bredere blik naar fiscale vraagstukken te kijken, vind ik hierin een waardevolle toevoeging.
Daarnaast kan de NOB uitstekend laten zien hoe mooi het fiscale vak is aan de jongere generatie. Studenten hebben veel carrièrekeuzes, maar fiscaliteit is een uitzonderlijk boeiend vak.
De NOB speelt bij beide daarbij een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van ons vak. De vereniging biedt de mogelijkheid om met vakgenoten te overleggen, ervaringen te delen en ethische vraagstukken te bespreken. Dit draagt bij aan de interactie met onze klanten en helpt het om bedrijfsrisico’s vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Al deze elementen komen hier samen en versterken elkaar, wat de meerwaarde van de NOB onderstreept.
Welke internationale ontwikkelingen op fiscaal gebied zijn van invloed op het vak van fiscalist?
Er is een veelvoud aan internationale wet- en regelgeving, waarvan de reeds genoemde Pijler II op dit moment de meest ingrijpende is. Deze Pijler introduceert een compleet nieuw belastingstelsel en brengt complexe uitdagingen met zich mee. Onze cliënten krijgen te maken met commerciële boeken, fiscale boeken en nu ook Pijler II-boeken. Daarnaast zien we steeds meer antimisbruikwetgeving en een agressievere houding van sommige belastingdiensten.
De combinatie van deze ontwikkelingen zorgt ervoor dat belastingplichtigen soms met dubbele heffing te maken krijgen, omdat verschillende jurisdicties willen heffen. Dit verhoogt de complexiteit van ons vak. Fiscalisten hebben daardoor steeds vaker een gecombineerde analyse nodig en overleg met de fiscus om met open normen om te gaan en ervoor te zorgen dat belastingregels werkbaar blijven voor bedrijven. Als adviseur help je je klanten om hierin de juiste weg te vinden.
Zie je nog specifieke kansen of bedreigingen voor Nederland als fiscaal aantrekkelijk land in het internationale speelveld?
Ja, zeker. De grootste uitdaging is om Nederland voorspelbaar te houden. In het verleden hadden we een stabiel fiscaal klimaat met goede wet- en regelgeving en een sterk juridisch systeem. Die voorspelbaarheid is essentieel. Het wordt ondermijnd door frequente wijzigingen in de wetgeving. Dat moeten we beperken.
Wat ik erg waardeer in Nederland is de mogelijkheden constructieve dialoog met de Belastingdienst te voeren. De Nederlandse fiscus is benaderbaar en bereid om in gesprek te gaan over complexe fiscale kwesties. Dit is niet vanzelfsprekend in andere landen, waar belastingdiensten vaak strikter en minder toegankelijk zijn.
De grootste uitdaging voor Nederland blijft het behouden van die voorspelbaarheid en het beperken van overmatige veranderingen in de fiscale regelgeving. Tegelijkertijd biedt de internationale complexiteit ook kansen. Als Nederland hierin goed weet te manoeuvreren en een betrouwbaar fiscaal vestigingsklimaat biedt, blijven we een aantrekkelijk land voor bedrijven en investeerders.