In deze editie van onze rubriek ‘Transfer’ spreken we met Koos Boer, medeoprichter van Lubbers, Boer & Douma (LBD) over de keuze om lid te worden van de NOB en met Tirza Cramwinckel en Otto Marres die zich ook hebben aangesloten als partner bij LBD.
LBD bestaat in september 2025 alweer 12,5 jaar. In de beginjaren kozen we er heel bewust voor om ons niet aan te sluiten bij de NOB. De oprichters, Allard Lubbers en Koos Boer, ontwikkelden destijds systemen voor (advies)kantoren om vaktechnische assessments en toetsen af te nemen. Vanuit onze optiek sloot dat niet goed aan bij het werkveld van de belastingadviseur, en ook niet bij de focus van de beroepsvereniging.
Tijdens gesprekken met kantoren waarvoor we die assessments ontwierpen, kregen we echter steeds vaker vragen over vaktechnische kwesties en onze visie daarop. Zo groeide geleidelijk onze opiniepraktijk. In 2017 sloot Sjoerd Douma zich aan en kort daarna verwelkomden we onze eerste medewerkers.
Toch bleef er bij ons enige twijfel over aansluiting bij de NOB. Hoewel onze opinies ook worden ingezet bij voorgenomen transacties, worden wij vaak pas ná het adviestraject betrokken – bijvoorbeeld bij discussies met de Belastingdienst – en onze praktijk had in die zin meer weg van de advocatuur dan van de klassieke belastingadviespraktijk.
Met de komst van inmiddels zo’n twintig collega’s nam tegelijkertijd ook de behoefte aan goede opleidingsmogelijkheden toe. En dan is de NOB natuurlijk een goed platform.
Daarnaast ontstond er vanuit onze werkzaamheden de behoefte om uit te breiden richting de advocatuur. Begin dit jaar sloten Tirza Cramwinckel en iets later Otto Marres zich aan, beiden advocaat. De NOvA vraagt van advocaat-belastingkundigen die samenwerken met belastingadviseurs dat die laatsten zich aansluiten bij de NOB.
Alles viel zo mooi samen: de opleidingswensen van de medewerkers, de verbreding van ons kantoor met advocaten en de al bestaande betrokkenheid van LBD’ers bij de NOB en SOB. Die betrokkenheid was er namelijk al jaren – niet als lid, maar als docent in de SOB-opleidingen en ook via deelname aan commissies en werkgroepen van de NOB. Het lidmaatschap formaliseert die banden, en past bij onze actieve bijdrage aan het kennisnetwerk en de vakopleiding.
Voor de jongere collega’s is vooral het aanbod aan skills-trainingen zeer waardevol. Ook het lidmaatschap van de JOB is belangrijk: via de JOB kunnen zij collega’s van andere kantoren leren kennen, een netwerk opbouwen en samen als jonge professionals verder groeien.
De NOB kan een waardevolle bijdrage leveren aan het maatschappelijke debat over belastingen. Die behoefte is er zeker. Fiscale dossiers zijn vaak complex, en bijdragen aan de inhoudelijke voorbereiding ervan kan echt verschil maken. Mits dat gebeurt op een transparante, toegankelijke en objectieve manier.
Binnen de NOB is ongelooflijk veel vaktechnische kennis aanwezig, verspreid over het hele spectrum van de fiscaliteit. Juist die inhoudelijke expertise is hard nodig in een geïnformeerd debat dat niet alleen politiek, maar ook maatschappelijk van groot belang is.
Tirza verwijst in dit verband naar de Commissie Knelpunten, waarmee de NOB zich inzet om relevante problemen in het fiscale stelsel te signaleren en onder de aandacht te brengen. Dat is een sprekend voorbeeld van betrokkenheid en het inzetten van de expertise aan de maatschappij op dat punt.
De NOB kan een waardevolle bijdrage leveren aan het maatschappelijke debat over belastingen. Die behoefte is er zeker.
Koos benadrukt dat deze verantwoordelijkheid wat hem betreft breder ligt: het is een gedeelde verantwoordelijkheid. De vraag “Wat kan de NOB bijdragen?” kun je ook omdraaien: “wat gebeurt er als de NOB géén bijdrage meer levert?” Wordt de wetgeving daar beter van? Tegelijkertijd moet het gaan om een inhoudelijke bijdrage; de politieke of beleidsmatige afwegingen moeten bij de politiek blijven. Gezien de toenemende complexiteit van het belastingrecht zijn gedeelde inzichten cruciaal. De wetgeving is inmiddels zo complex dat gedeelde inzichten nuttig zijn. Als de NOB een bijdrage kan en wil leveren en inzicht geven in de effecten van keuzes aan die besluitvorming is dat ook voor de politiek heel wenselijk.
Volgens Koos is de gemene deler binnen LBD de wetenschappelijke interesse van alle medewerkers. Zelf noemt hij zich een ‘technicus’ – iemand die gedreven wordt door de inhoud – met een brede belangstelling: van de inkomstenbelasting tot de vennootschapsbelasting, en van de overdrachtsbelasting tot de schenk- en erfbelasting.
Tegelijkertijd heeft hij daarbij wel oog voor de praktische kant. Zijn benadering is altijd gericht op het vinden van concrete oplossingen vanuit de inhoud; iedereen moet verder kunnen.
Tirza is fiscaal-inhoudelijk breed geïnteresseerd, met een specialisme in het formele belastingrecht. In de procespraktijk ligt haar belangstelling in zowel fiscale zaken, als op het snijvlak tussen het belastingrecht en andere rechtsgebieden zoals het civiele recht en het algemene bestuursrecht.
Otto’s interesse ligt vooral bij de vennootschapsbelasting, bronbelastingen en het Europees en internationaal belastingrecht. Met name de materiële kant van het vak spreekt hem aan. Hij procedeert ook graag. Tegelijkertijd heeft hij een sterke academische belangstelling.
LBD groeit enorm zowel in belastingadviespraktijk als de advocatenpraktijk. Daarbij wordt veelal gewerkt vanuit een opiniepraktijk-achtige opzet. Vraagstukken worden eerst geanalyseerd en de verschillende argumenten – pro en contra – worden nauwkeurig in kaart gebracht en gewogen. De (second) opinies of fiscale analyses worden onder meer gebruikt om te bekijken of in een adviestraject alle relevante argumenten zijn meegenomen, of er nog andere oplossingen mogelijk zijn, maar ook om te bekijken of een compromisvoorstel van de Belastingdienst moet worden aanvaard of in hoeverre een procedure bij de belastingrechter kans van slagen heeft. Ook fungeert LBD als klankbord bij fiscaalinhoudelijke en strategische vragen en begeleiden zij complexe boekenonderzoeken. Daarnaast staat het kantoor cliënten bij in geschillen, bijvoorbeeld in arbitrageprocedures, bij discussies met de Belastingdienst en procedures voor de straf- en belastingrechter. Qua werkwijze is LBD erop gericht dat de gespecialiseerde kennis van het team van het (inter)nationale en EU-belastingrecht wordt ingezet om ingewikkelde fiscale vraagstukken te verhelderen en op te lossen. LBD doet dat efficiënt en slagvaardig, met optimisme en liefde voor het fiscale vak.
