Van fiscalist tot toezichthouder: een carrière over grenzen heen
In onze rubriek Profiel ditmaal Jurriaan Zoetmulder, voormalig belastingadviseur en partner bij Caron & Stevens (later Baker McKenzie) en daarna professional director voor diverse internationale klanten.
Hoe ben je in de fiscaliteit terecht gekomen en hoe zag je carrière eruit?
In 1963 begon ik aan mijn studie rechten in Leiden. Tijdens het volleyballen liep ik een blessure op waardoor ik mijn dienstplicht niet kon voltooien en kon ik dus aan het werk. Mijn schoonvader golfde met een partner van Loyens en Volkmaars, en zo werd ik uitgenodigd voor een gesprek met onder meer Henk Ribbius. En dat gesprek bleek het begin van mijn fiscale loopbaan. Ik moest eerst een boekhoudcursus volgen en daarna postdoctoraal fiscaal recht. Zo ben ik letterlijk het vak ingerold.
Je moet overal aan tafel zitten, maar wel met afstand
Ik begon met aangiften inkomstenbelasting. Daarna ben ik overgestapt naar de internationale praktijk. Ik had veel contact met het ministerie van Financiën om te onderhandelen, onder andere over de rulingpraktijk en sprak ook internationaal over hoe het Nederlandse rulingsysteem werkte, bijvoorbeeld in de VS en Canada.
In de tussentijd heb ik nog een uitstap gemaakt naar Peat Marwick Mitchell. Wat later samen gegaan is met KPMG. Maar na drie jaar belandde ik op mijn definitieve bestemming bij Caron & Stevens. Het was Willem Stevens die mij daar binnen haalde. In die tijd was de internationale fiscale praktijk echt een klein wereldje waarin iedereen elkaar kende. Bij dat kantoor heb ik altijd in de internationale praktijk gewerkt, vooral met Canadese cliënten. (Caron had al een connectie met een kantoor in Toronto, nog voor de aansluiting bij Baker McKenzie.)
Wat heb je na je pensioen gedaan.
In 1999 nam ik afscheid als partner bij B&M. Maar dat ‘pensioen’ bleek relatief: ik werd professional director bij verschillende ondernemingen. In die rol zat ik in de board bij bedrijven in onder andere Gibraltar, Boedapest, Ierland, Zwitserland, Barbados en Canada. Ik kende het klappen van de zweep, zoals dat heet. Het reizen was intensief, maar boeiend, en ik heb aan die periode veel dierbare vrienden overgehouden.
Als ik terugdenk aan de grote namen uit mijn tijd, dan noem ik Rob Kramer, Pieter Kroon, Aad Nootenboom, Maarten Ellis. En natuurlijk ook Nico Nobel.
Wie zijn voor jou de coryfeeën in de fiscaliteit?
Als ik terugdenk aan de grote namen uit mijn tijd, dan noem ik Rob Kramer, Pieter Kroon, Aad Nootenboom, Maarten Ellis. En natuurlijk ook Nico Nobel. Tegenwoordig volg ik de fiscaliteit slechts op afstand. Bartjan (oudste zoon) is nog actief in het vak, maar ikzelf ben er niet meer mee bezig. Wel volg ik met enige interesse de ontwikkelingen, zoals rondom box 3, een goed voorbeeld van hoe complex je iets kunt maken.
Hoe kijk je tegen agressieve tax planning aan?
Vroeger bedachten we structuren die voor een deel gebaseerd waren op mismatches en hybride financiering. Mismatches werden misbruikt en soms ook gecreëerd. Bijvoorbeeld de befaamde dubbel dips. Deze voorbeelden gelden nu als te agressief en veel zijn met misbruikwetgeving gerepareerd. En wordt ook maatschappelijk gezien niet meer geaccepteerd.
Caron zei vroeger: “Alles wat wettelijk is toegestaan, doe ik”. Maar dat is niet meer van deze tijd. Nu vraagt men zich af: mag en kan het eigenlijk wel, is het ook ethisch verantwoord?
Wat zijn je hobby’s? Vroeger had ik geen tijd voor hobby’s. Nu golf ik graag en rij ik met buggy, nog steeds twee keer per week op de Noordwijkse GC. Ook los ik graag kruiswoordpuzzels op en gaan we regelmatig op reis, onder andere naar onze kinderen in de USA en elk jaar maken we een lange reis.
Wat is het laatste boek dat je las?The Boys in the Boat (over het Amerikaanse Heren acht roeiteam bij de Olympische Spelen van 1936) geschreven door Daniel James Brown, prachtig.
Wat is je guilty pleasure? Mijn beleggingsportefeuille. Tot ergernis van mijn vrouw.
Kun je nog iets bijzonders over jezelf vertellen? Ik ben verwoed padvinder geweest, tot mijn 20e en heb met mijn ouders veel gekampeerd. Later ook met onze kinderen. Mijn vrouw en ik hebben veel campertochten gemaakt door Canada en de USA , vooral midden in de wildernis en nu ook tented camps in Afrika. Zolang we kunnen. Ook hebben we veel in de bergen gewandeld en geskied. Helaas is mijn loopvermogen sterk achteruit gegaan. Maar met een lage instapfiets en een buggy kan ik nog voort.