Wat echt niet remote kan, is jonge mensen opleiden

Het nieuwe werken is door corona in een stroomversnelling geraakt. Hoe gaat boutique-kantoor AsjesBisseling daar mee om? Pieter Asjes ziet voor- en nadelen van remote werken. ‘Je moet er goede afspraken over maken.

Het vijftienkoppige Amsterdamse kantoor van Pieter Asjes is tweeënhalf jaar geleden verhuisd van de Zuidas naar de Keizersgracht. De bedoeling was in het nieuwe kantoor geheel papierloos te gaan werken en dat is goeddeels, maar niet helemaal gelukt. De digitale veiligheid was al helemaal op orde vóór corona, dus toen thuiswerken de enige optie werd, was dat aspect geen enkel probleem. Omdat hij al decennialang de KNVB, Feyenoord en individuele voetbalprofs bijstaat – ‘ik heb de halve eredivisie geadviseerd’ – heeft hij zelfs een beveiligde lijn met de Belastingdienst. Maar ook buiten die specialisatie van Asjes zijn er zaken die nu eenmaal beter niet via e-mail kunnen lopen. Het kantoor werkt veel breder dan de voetbalwereld, en hij zelf trouwens ook.   

Wie is Pieter Asjes?

Asjes (61) is founding partner bij AsjesBisseling sinds 2011. Hij studeerde fiscaal recht en werkte eerder twintig jaar bij Coopers & Lybrand, dat opging in PwC.   

Strand  
AsjesBisseling heeft een medewerker die in Barcelona woont en eens in de twee weken een paar dagen overkomt, en tot voor kort werkte er ook iemand vanuit Berlijn. ‘Voor corona had ik nooit kunnen denken dat dit zou werken. We maken natuurlijk weleens grappen dat de medewerker in Spanje wel weer aan het strand zal zitten, maar op zijn productiviteit is niets aan te merken.’   

Tijdens corona is de medewerkers gevraagd wat zij wilden na corona. Half om half, bleek de consensus. ‘We zijn nog een beetje zoekende naar de ideale kantoorbezetting. Te veel thuiswerken kan er immers toe leiden dat mensen losgezongen raken van de organisatie. Bovendien moet het op kantoor ook gewoon gezellig zijn. Zelf vind ik het ronduit saai om alleen te werken. Tijdens de lunches en borrels op ons dakterras ontstaat de sociale cohesie die je als organisatie nodig hebt.’ Wat echt niet remote kan, is jonge mensen opleiden. ‘Junioren en werkstudenten hebben wij graag zo veel mogelijk op kantoor, en dan moet de begeleider er natuurlijk ook zijn. Een leidinggevende functie kan ook niet geheel remote worden uitgeoefend.’  

Grenzen bewaken  
Een ander gevaar van thuiswerken vindt Asjes dat de grenzen tussen werk en privé kunnen vervagen. ‘Je hoort veel dat jonge mensen een burn-out hebben. Ik merk zelf dat ik het fijn vind om na een dag op kantoor naar huis te fietsen. Dat is dan echt het einde van de werkdag, zodat je tot rust kunt komen. Vooral voor jonge mensen blijkt het moeilijk thuis die grenzen te bewaken.’ Bang dat er thuis wordt gespijbeld is hij niet. Wel merkt hij dat de thuissituatie tegen kan werken. ‘Je ziet weleens tijdens calls dat twee thuiswerkende partners in een klein appartement door elkaar heen zitten te praten. Dat gaat simpelweg niet. Ook op kleine kinderen passen gaat niet samen met thuiswerken. Ik vind dat werknemers dat zelf moeten regelen. Als er niet genoeg opvang is, moeten zij zich afvragen of beide partners wel fulltime kunnen werken. Dat gezegd hebbende, vind ik dat jonge ouders na de komst van een kind vooral flink de tijd moeten nemen. De oplossing zit hem in goed overleg met je collega’s en je klanten over je productiviteit, je beschikbaarheid en je verantwoordelijkheden.’   

Uit het pak  
Over calls gesproken: videobellen is sinds corona het nieuwe normaal voor Asjes. Bellen is passé. ‘Groepsbellen is lastig per beeldscherm, net als hybride vergaderen. Maar een-op-een bevalt het uitstekend. Dat vergt natuurlijk wel enige aanpassing thuis. Een stoffige kast op de achtergrond met persoonlijke spullen is geen goed idee, en het uiterlijk moet verzorgd zijn.’ Sollicitatiegesprekken worden wel altijd op kantoor gevoerd.   

Wat is een verzorgd uiterlijk? ‘Bij PwC, waar ik overigens met plezier heb gewerkt, liep iedereen altijd in pak. Hij heeft een pak aan, dus hij zal wel iets weten, was toen nog een gangbare gedachte. Langzaamaan viel destijds de stropdas weg, maar dat was de enige versoepeling. Sinds corona draagt niemand meer een pak, ook de klanten niet. Ik heb alleen nog een pak aan als ik naar het ministerie van Financiën ga, naar de rechtbank of naar het hof. Dat is een paar keer per jaar. Nu zien we er netjes uit, maar niet heel anders dan in het weekend.’    

Zijn kantoor heeft geen officemanager of secretaresse, dat was vroeger ook ondenkbaar. ‘De ondersteuning bij ons is nul, wij doen alles zelf. Ik heb net op de fiets een paar kerstpakketten die terugkwamen van de verzending alsnog bij klanten bezorgd.’ Asjes vindt dat helemaal prima.