Column: Belastingplan 2026: Rode diesel voor het investeringsklimaat!
Nederland kampt met taaie uitdagingen: het woningtekort, de stikstofproblematiek en een belasting- en toeslagenstelsel waar menig fiscalist een burn-out van krijgt. De sleutel tot vooruitgang? Investeringen!
Publieke én vooral private investeringen zijn het smeermiddel van elke gezonde economie, maar daarvoor moet Nederland méér zijn dan een regeldoolhof. We hebben een aantrekkelijk investeringsklimaat nodig. Tegelijkertijd moeten publieke investeringen ergens van betaald worden: zonder ondernemers veel minder belastingopbrengsten om te verdelen. Burgers en bedrijven smachten naar voorspelbaarheid, minder regeldruk en een overheid die niet groter is dan noodzakelijk.
Dat pleidooi deel ik niet alleen. Ook het huidige (demissionaire) kabinet roept de laatste tijd opvallend vaak iets over het investeringsklimaat. Minister Karremans van Economische Zaken liep de laatste weken warm voor media-optredens, waar hij steevast het belang van ondernemers en investeerders onderstreepte (de ontvangst: gemengd, tenminste in mijn fiscale bubbel). Er kwam zelfs een persbericht met ronkende taal: vóór de zomer van 2026 moeten 500 regels worden geschrapt, er wordt een ‘taskforce regeldrukvermindering’ opgetuigd en – jawel – de oorzaak van regeldruk gaat nu echt aangepakt worden. Bij dat laatste moet ik bekennen dat ik daar gniffelend aan een aantal absurde oplossingen denk die ik hier niet zal delen.
Maar krachttermen zijn nog geen beleid. Ik hanteer altijd het devies ‘eerst zien, dan geloven’. Als we vóór de zomer van 2026 zo’n 500 regels willen schrappen, moeten we snel beginnen. Voor fiscale regels komt het dan allemaal aan op het Pakket Belastingplan 2026. Immers, bijna alle fiscale wet- en regelgeving treedt in werking op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin het is aangenomen.
Morgen is het zover: het Pakket Belastingplan 2026 ligt op het bordje van de Tweede Kamer. Maar gaan we de stevige nieuwe aanpak waar minister Karremans het over heeft terugzien? Welke fiscale hindernissen verdwijnen? Wordt het ondernemers- en investeringsklimaat écht verstrekt – of krijgen we alleen rode cijfers (en diesel)?
Mijn glazen bol (nee, de stukken liggen écht niet al op mijn bureau!) voorspelt vooral problemen rondom het voorgenomen aanpakken van de regeldruk in de fiscaliteit. Om een aantal voorbeelden te noemen: de in de praktijk soepel werkende lucratiefbelangregeling wordt aangescherpt, werkgevers mogen straks een pseudo-eindheffing ophoesten voor het privégebruik van niet-elektrische (als ik de term ‘fossiele auto’s’ zie, denk ik aan de Flintstones, sorry) auto’s door werknemers, en het afschaffen van de verlaagde btw-tarieven op cultuur, media en sport wordt weer teruggedraaid. Draait de schijf net als bij het gebruik van zonnepanelen met een niet-slimme meter (zeker geen domme meter, gezien de terugleverkosten) terug? 50 fiscale regels erbij, betekent 550 niet-fiscale regels eraf? Of meten we die 500 vanaf 2 januari 2026?
Wat als het Pakket Belastingplan 2026 niet levert? Twee jaar terug zaten we ook rond de verkiezingen bij de behandeling van het belastingplan. Toen hadden we een ‘Nacht van de Amendementen’. Die amendementen bleken desastreus voor het ondernemers- en investeringsklimaat en zijn een jaar later (gelukkig) voor een groot deel teruggedraaid. Kunnen we dan misschien dit jaar zo’n nacht organiseren waarbij we alleen amendementen aannemen die het ondernemers- en investeringsklimaat verbeteren? Ik betwijfel het, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Tot slot een concrete tip voor de kersverse staatssecretaris (de derde in iets meer dan een jaar): de herinvoering van rode diesel levert geen verbetering van het investeringsklimaat op. Ga vooral op zoek bij de oude slogan van de Belastingdienst: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker!