Column: Van Chablis tot Box 3: Dilemma’s van de belastingadviseur

Dilemma’s. Ga ik nou voor een glas Chablis, of een glas Champagne met mijn oesters, vroeg ik mij laatst hardop af. Mijn collega keek mij aan en zei: “lekker relatable, Rhys. Je kan zo aanschuiven bij de Snobcast.” Ik antwoordde: “Jouw dilemma is kroket of frikandel bij de Febo, zeker?” Een goede voor op de DilemmApp.

Waarom breng ik dit gesprek in herinnering? Omdat ik al bladerend door de factsheetbundel bij het Pakket Belastingplan 2026 stopte op bladzijde 12, ‘reparatie heffingslek box 3’. Het probleem: in de tegenbewijsregeling voor box 3 wordt bij het kopen van een obligatie de aankoopprijs inclusief een deel van de al opgebouwde rente in aanmerking genomen, maar bij het berekenen van de waarde van de obligatie aan het einde of begin van het jaar, wordt juist gekeken naar de waarde zonder die aangegroeide rente. Ik dacht gelijk met nostalgie terug aan de tijd die ik zelf nooit heb meegemaakt, maar waar menig oudere fiscalist met weemoed over vertelt. Dit klinkt als ouderwetse tax planning!

Ouderwetse tax planning vereiste speurwerk in de krochten van de fiscaliteit. Dit trucje daarentegen bleek gewoon in het Financieele Dagblad van 9 juli 2025 te staan. Voor de fiscale fijnproevers onder ons – zeg maar de Chablis-Champagne-club – bleken er nog wat extra routes te zijn die in het Weekblad van een paar weken terug staan. Die lijken (nog) niet met terugwerkende kracht worden gefixt.

Dat brengt ons bij waar ik het eigenlijk over wil hebben: dilemma’s. Het box 3 dossier zit er vol mee. Beleidsmatige dilemma’s: belasting over werkelijk (gerealiseerd) rendement of over vermogensaanwas? Uitvoeringsdilemma’s: de uitvoeringstoets bij de Wet werkelijk rendement box 3 geeft aan dat de structurele uitvoeringskosten met ruim 110 miljoen euro toenemen (dat zijn aardig wat dozen Chablis – met ook nog wat budget voor oesters), met bijna 880 fte aan structurele personele gevolgen. En dat allemaal om het systeem per 2028 in te voeren. Juridische dilemma’s: het rechtsherstel en de overbruggingswetgeving leiden tot een stroom aan rechtszaken en het bestaande forfaitaire systeem met een tegenbewijsregeling is ook niet de oplossing.

En dan zijn er nog de dilemma’s waar je als belastingadviseur zelf tegenaan loopt, bijvoorbeeld in de DilemmApp: moet je wel allerhande tegenbewijstrucs willen adviseren aan mensen? Je kunt stellen dat box 3 niet meer functioneert zoals het bij de invoering functioneerde. Iedereen – ook een spaarder – kon destijds met gemak een rendement van 4% per jaar halen, terwijl het huidige forfaitaire systeem kan schuren. Maar moet de gevolgtrekking dan zijn dat je trucjes moet uithalen waarbij je je spaarrekening op 30 december 2025 opheft en op 31 december 2025 een nieuwe spaarrekening opent waarop je je spaargeld plus bijgeschreven rente stort of waarbij je je (toekomstige) huurvorderingen cedeert aan je eigen BV in combinatie met de keuze voor forfaitair of tegenbewijs in een bepaald jaar?

Dus ja, dilemma’s genoeg. Maar misschien is de echte vraag: willen we een systeem dat uitnodigt tot zulke trucs – of durven we te kiezen voor eenvoud en rechtvaardigheid?

Gerelateerd