Heroverweeg de voorgestelde wijziging teruggaafregeling dividendbelasting

Reactie op de internetconsultatie ‘Fiscale Verzamelwet 2027’

De NOB is kritisch over de voorgestelde teruggaafregeling dividendbelasting voor Nederlandse achterliggers in buitenlandse beleggingsinstellingen. De regeling is volgens de NOB te complex, praktisch onuitvoerbaar en zeer waarschijnlijk in strijd met het Unierecht. De NOB pleit voor overleg met de Europese Commissie, uitbreiding naar buitenlandse beleggers en meer aandacht voor praktische uitvoerbaarheid en gelijke behandeling.

Het conceptwetsvoorstel volgt op een arrest van de Hoge Raad (13 september 2024), waarin is bepaald dat Nederland op grond van het Unierecht moet voorkomen dat Nederlandse beleggers via buitenlandse beleggingsinstellingen zwaarder worden belast dan via een Nederlandse fiscale beleggingsinstelling (fbi).

Complexiteit, uitvoerbaarheid en doelmatigheid

De NOB meent dat de Hoge Raad de wetgever heeft opgezadeld met een (bijna) onmogelijke taak, waardoor de regeling in de praktijk nauwelijks tot teruggave van dividendbelasting zal leiden. De regeling legt namelijk een zware administratieve en bewijslast bij de belegger. Alleen als buitenlandse beleggingsinstellingen vrijwillig extra informatie aanleveren, kan een belegger aanspraak maken op teruggave. Dit is onzeker, omdat deze instellingen vaak niet weten wie hun beleggers zijn en het de vraag is of zij deze extra inspanning zullen doen.

Beperking tot Nederlandse beleggers en rechtspraak van het HvJ EU

De regeling geldt alleen voor in Nederland gevestigde beleggers, terwijl volgens de NOB uit vaste rechtspraak van het HvJ EU volgt dat ook buitenlandse beleggers (EU/EER/derde landen) recht zouden moeten hebben op gelijke behandeling. Dit punt is temeer actueel vanwege het recente besluit van de Europese Commissie om een met reden omkleed advies uit te brengen aan Nederland. Er is volgens de NOB dus een groot risico dat de regeling niet “EU-proof” is. Om die reden raadt de NOB aan deze vraag met de Europese Commissie te bespreken en de Kamer over de uitkomsten te informeren.

Onze volledige reactie kunt u hieronder downloaden.

Deze reactie is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden Arco Bobeldijk (voorzitter), Matthijs Broekhuizen, Sebastiaan de Buck, Bart van der Burgt, Marcel Buur, Wiebe Dijkstra, Jeroen Elink Schuurman, Gerbrand Hidding, Martijn Jonkers, Ben Kiekebeld, Reinout Kok, Corina van Lindonk, Shanna van den Maagdenberg, Madeleine Merkx, Jan Nieuwenhuizen, Evert-Jan Spoelder, Jeroen van Strien, Max Velthoven, Edwin Visser, Luc van der Voort, Mirjam Wesselink, David van Wordragen, Susan Adriaans (secretaris wetgeving), Erika van Leeuwen (secretaris wetgeving), Ruben van der Wilt (secretaris wetsuitvoering) en de sectie Europees Fiscaal Recht, bestaande uit de NOB-leden Ben Kiekebeld (voorzitter), Frederik Boulogne, Almut Breuer, Robert van der Jagt, Dennis Kamps, Jasper Korving, Suniel Pancham, Frank Pötgens, Chantal Presilli, Fons Ravelli, Hein Vermeulen, Dennis Weber, Susan Adriaans, Jorn Steenbergen en Daniël Smit (secretaris).

Gerelateerd