Niels Muller: Integrale aanpak fiscale verduurzaming absolute must

Klimaatverandering internationaal vol in de schijnwerpers

Wereldwijd wordt veel aandacht besteed aan de gevolgen van klimaatverandering. Met een nieuwe Amerikaanse koers onder de Biden Administration, zijn de verwachtingen voor de VN COP26 klimaattop in Glasgow in november 2021 dan ook hooggespannen. Na de klimaattop in Parijs in 2015, is het nu aan de deelnemende landen om bindende doelstellingen overeen te komen. Ook een sluitend wereldwijd emissiehandelssysteem staat op de agenda. Binnen de EU is met de EU Green Deal een ambitieuze routekaart neergelegd voor rigoureuze vergroening. Concrete voorstellen staan dit jaar op de agenda voor bijvoorbeeld een verdere aanscherping van het Europese emissiehandelssysteem, de introductie van een Carbon Border Adjustment Mechanism (een Europese prijs correctiemechanisme voor CO₂ uitstoot) en een aangepaste Energiebelastingrichtlijn. Veel plannen dus, maar echte actie moet dit jaar wel gaan volgen zodat al die plannen ook het beoogde effect kunnen gaan sorteren.

Hoe staat Nederland ervoor? 

Ondanks een breed gedragen nationaal Klimaatakkoord, verloopt de implementatie in Nederland erg moeizaam. De discussie lijkt vaak te gaan over vergezichten zoals

nationale doelstellingen in 2030 of zelfs 2050, kernenergie of niet in 2030, en meer nationale beleidsmatige vergezichten. Veel concrete maatregelen zijn nog niet ingevoerd. Belangrijker nog, een overkoepelende visie over de daadwerkelijke vormgeving (met passende beleidsinstrumenten) van de gewenste verduurzaming ontbreekt. Dit terwijl alleen al de investeringsopgave van de netbeheerders tot 2050 door PwC is becijferd op €102 miljard (!). Ook wordt betrekkelijk weinig aandacht besteed aan Europese wetgevingstrajecten. Die gaan, hoe je het ook wendt of keert, wel zeer bepalend zijn voor het Nederlandse klimaatbeleid de komende jaren.

Niels Muller (partner bij de belastingadviespraktijk van PwC en gespecialiseerd in energie en duurzaamheid)

Wat zeggen politieke partijen?
De meeste politieke partijen besteden in hun verkiezingsprogramma’s in meerdere of mindere mate aandacht aan klimaatbeleid en milieubelastingen. Geen van de partijen besteedt echter aandacht aan het belang van een sluitend beleidsmatig systeem op het gebied van (fiscale) verduurzaming. Bij veel politieke partijen lijkt draagvlak te zijn voor een aangescherpt Europees klimaatbeleid. Hoe de huidige nationale CO₂-reductie maatregelen in dit verband moeten worden gezien, daar zijn de meningen echter over verdeeld. Verder valt op dat de energiebelasting voor veel partijen als beleidsinstrument voor herverdelingspolitiek wordt gezien. Hierdoor wordt de energiebelasting een speelbal van de begrotingspolitiek en is het praktisch onmogelijk om langjarig en consistent beleid te voeren. Het financieren van verduurzaming uit de algemene middelen, zoals door sommige partijen geopperd, lijkt mij dan een betere optie.

Niet de juiste prikkels
Nederland kent een breed scala aan specifieke milieubelastingen, ofwel “prikkelbelastingen” zoals Mathijs Bouman het recent treffend verwoordde in zijn FD-column van 10 april. Daarnaast worden externe klimaateffecten (deels) in bijvoorbeeld autobelastingen ingeprijsd. Naast deze “prikkelbelastingen” (de stok) beïnvloeden subsidies (de wortel) consumentengedrag en keuzes van het bedrijfsleven. In de praktijk blijkt helaas vaak dat het huidige instrumentarium geen of onvoldoende prikkels biedt voor burgers en bedrijfsleven. Denk bijvoorbeeld aan de dubbele heffing voor de opslag van elektriciteit, tuinders die goedkoper af zijn met een gasgestookte WKK dan duurzamere alternatieven, een afvalheffing op buitenlands afval die averechts werkt, accijnsvrijstellingen voor lucht- en scheepvaart of de fiscale behandeling van groene waterstof (en gebrek aan subsidie).

Integrale aanpak een must
Wat mij betreft is het belangrijk dat een nieuw kabinet snel een samenhangende visie op (fiscaal) milieubeleid gaat ontwikkelen. De juiste prikkels zijn essentieel om de klimaatdoelstellingen te halen. Hierbij moet integraal worden gekeken naar de business case voor zowel burgers als bedrijfsleven, dus ook naar het (impliciet) subsidiëren van bepaalde sectoren en andere knelpunten die verduurzaming in de weg staan. Hier zijn voldoende aanknopingspunten voor. Het recent verschenen eindrapport van de ambtelijke studiegroep “Klimaatopgave Green Deal” (Commissie Van Geest) biedt bijvoorbeeld een goed afwegingskader. Ook het recent verschenen Ex’Tax project rapport en de deze week verschenen OECD-studie Policies for a Climate-Neutral Industry – Lessons from the Netherlands bevatten voldoende aanknopingspunten voor een samenhangende visie op verduurzaming via de fiscaliteit. Kortom: werk aan de winkel!

Belastingpoort
Woensdag 21 april besteedt de NOB ook aandacht aan dit thema via de Belastingpoort “Belastingen en groen herstel” – De inzet van belastingen voor duurzaamheid en werkgelegenheid. Deze belastingpoort is live te volgen of op een later tijdstip terug te kijken.

Gerelateerd