Vijf vragen aan Martin Morawski: Specialist omzetbelasting en docent
Martin Morawski is advocaat-belastingkundige en docent bij de Beroepsopleiding Belastingadviseurs, waar hij de module Formeelrechtelijke aspecten van de OB verzorgt binnen het curriculum voor Omzetbelasting voor specialisten. In dit interview vertelt hij over zijn werk en interesse voor omzetbelasting—met speciale aandacht voor fintech en internationale vraagstukken—en zijn ervaringen als docent.
Kun je iets vertellen over je achtergrond? Welke fiscale opleiding heb je gevolgd, wat is je specialisatie en bij welk kantoor werk je?
Ja, dat kan zeker. Ik ben advocaat-belastingkundige en partner bij Hamerink & Van den Tooren in Amsterdam. Wij zijn een boetiekkantoor met een sterke focus op complexe internationale dossiers en internationale cliënten. Binnen ons kantoor ben ik de BTW-partner. Daarvoor heb ik dertien jaar gewerkt bij Baker McKenzie.
Mijn specialisatie is de omzetbelasting, en binnen dat vakgebied met name fintech. Veel van mijn cliënten zijn fintechbedrijven die actief zijn in de betaaldienst-markt en in de bredere financiële dienstverlening. Daarnaast heb ik bij Baker McKenzie veel ervaring opgedaan in de procespraktijk, waardoor ik ook ruime proces- en bezwaarervaring heb.
Qua opleiding heb ik fiscaal recht gestudeerd aan de UvA. Daarnaast heb ik Europees en internationaal recht in Maastricht gestudeerd. Dat laatste heeft minder met fiscaal recht te maken, maar ik vond het wel heel interessant en ook nuttig.
Wat maakt de omzetbelasting zo interessant?
Ik ben eigenlijk toevallig in de omzetbelasting terechtgekomen. Mijn allereerste business course was een BTW-business course en zo ben ik erin gerold. Gaandeweg heb ik er echt een liefde voor ontwikkeld.
Het geeft me plezier om jonge mensen te enthousiasmeren voor het vak en hun eigen kennis te vergroten
Wat ik er vooral leuk aan vind, is dat je om iets zinnigs te kunnen zeggen over de BTW-positie van je cliënt, je echt de business van die cliënt moet begrijpen. Het gaat niet alleen om geldstromen en contracten. Je moet nieuwsgierig zijn naar hoe een bedrijf daadwerkelijk werkt. Toevallig ben ik zelf heel nieuwsgierig, dus dat past goed. Ik vind het leuk om ergens helemaal in te duiken en het volledig te begrijpen.
Daarnaast is het interessant dat je nieuwe producten moet kwalificeren op basis van vaak verouderde wetgeving. Zeker in de fintech-industrie gebeurt dat voortdurend: er worden steeds nieuwe diensten en producten bedacht, en die moet je onderbrengen in een bestaand juridisch kader. Dat vraagt soms om creatief denkwerk, en dat maakt het vak extra leuk.
Je treedt sinds dit jaar op als docent in de Beroepsopleiding Belastingadviseurs. Hoe bevalt dat?
Erg goed. Het geeft me plezier om jonge mensen te enthousiasmeren voor het vak en hun eigen kennis te vergroten. Daarnaast is het ook leuk om nieuwe mensen te leren kennen en te begrijpen waar zij in de praktijk mee te maken hebben en tegenaan lopen.
Je verzorgt de module Formeelrechtelijke aspecten van de OB. Kun je iets vertellen over de inhoud? En wat krijg je terug van de cursisten?
Als fiscalist ben je vaak primair geneigd om discussies te voeren op basis van de materiële inhoud. Maar naast die inhoud is het formele kader minstens zo belangrijk. Is een naheffingsaanslag bijvoorbeeld correct opgelegd? Zijn de juiste procedures gevolgd? Is er misschien ooit een toezegging gedaan die je cliënt kan helpen? Zijn er algemene beginselen van behoorlijk bestuur die een rol spelen? Formeel belastingrecht wordt vaak als een niche of ingewikkeld gezien. Dat klopt deels, maar ik probeer cursisten juist op een luchtige manier te laten zien hoe belangrijk het is en hoe het systeem in elkaar zit.
Ik geef geen traditioneel college. De cursus is opgebouwd rond stellingen waarover we in discussie gaan. Daarbij neem ik veel praktijkvoorbeelden mee, inclusief anekdotes en echte verhalen. Dat wordt vaak gewaardeerd. En de reacties zijn positief. Er was zelfs een cursist die na afloop zei dat dit de leukste cursus was die ze tot dan toe had gevolgd. Een compliment dat me met een glimlach naar huis liet rijden.
Wat hoop je dat cursisten vooral meenemen uit jouw cursus?
Ik hoop dat ze, wanneer ze na afloop een dossier bekijken, niet alleen naar de inhoud kijken maar automatisch ook de formele aspecten meenemen. Ze hoeven geen specialisten te worden, maar wel zichzelf de vraag stellen: spelen hier nog andere zaken dan alleen de materiële inhoud? Daarmee worden ze een meer complete adviseur en vergroten ze hun eigen gereedschapskist.
