Je moet op fiscaal gebied niet zelf fröbelen, daarvoor moet je experts aantrekken

André Papa (Froconsur) is nog nooit van belastingadviseur gewisseld. ‘Mijn adviseur heeft een bijzonder goede naam, er is geen enkele reden om twijfels te hebben bij zijn adviezen.’ 

‘Een bevriend accountant heeft me bij dit belastingadvieskantoor geïntroduceerd. We zijn altijd bij dit kantoor gebleven. Ik ben zelfs nooit gewisseld van fiscaal adviseur: die heb ik nu al twintig jaar. Het is een aimabel persoon die ook nog eens goede adviezen geeft. Ik zie geen reden om over te stappen naar een ander: never change a winning team. Als je een adviseur hebt die hoog in de eigen organisatie zit of aandeelhouder is, dan is de kans minder groot dat ze daar weggaan – en die kun je dan lange tijd aan je eigen bedrijf binden. 

Wat hem goed maakt, is dat hij behoorlijk proactief is. Ikzelf heb weinig verstand van fiscale zaken en het is ook niet mijn hobby. Dan is het belangrijk dat er iemand is die me wijst op ontwikkelingen in wetgeving en fiscale kansen voor ons bedrijf. Ik vind het geen enkel probleem om belasting te betalen. Sterker: ik vind het een recht, want als je belasting betaalt, betekent dat dat je geld verdient. Maar het moet wel naar redelijkheid. Als er mogelijkheden zijn dat wat te verminderen, dan wijst hij mij erop. 

Rapportcijfer voor mijn belastingadviseur: Een 9. Het delen van kennis en het geven van goede adviezen gaat ook nog eens op een prettige en vriendschappelijke manier.’ 

Ik zit ook alleen met hem om tafel. Voorbereiden op zo’n gesprek is eigenlijk niet nodig. Ik volg m’n adviseur niet blindelings. Ik stel kritische vragen en daar krijg ik goede antwoorden op. Ik heb ook nooit behoefte gehad om een second opinion te vragen. Mijn adviseur heeft een bijzonder goede naam, er is geen enkele reden om twijfels te hebben bij zijn adviezen. De ervaringen van de afgelopen twintig jaar wijzen wel uit dat hij goed werk levert. We hebben nog nooit gedonder gehad met de Belastingdienst. Een persoonlijke relatie hebben we niet opgebouwd, ook al ken ik hem zo lang. We gaan niet bij elkaar op bezoek.  Ook zonder dat je elkaar verjaardagkaartjes stuurt kun je een heel goede relatie hebben. 

Je moet goede adviseurs om je heen verzamelen die echt verstand van zaken hebben, en die daarover goed kunnen communiceren. Je moet op fiscaal gebied niet zelf lopen fröbelen met aanslagen. Zelf heb ik gedurende die jaren ook steeds meer geleerd van de fiscaliteit. We zijn bezig geweest om op een fiscaal vriendelijke manier aandelen over te dragen aan de kinderen. Maar dit echt uitvoeren, dat laat ik over aan de belastingadviseur. Dat is al vrij snel te technisch. Zelf zou ik nooit belastingadviseur willen zijn. Er komt te veel wet- en regelgeving bij kijken, veel jurisprudentie, kleine lettertjes, bijscholen – dat is niet mijn ding. Ik kan goed adviseren, maar niet op het gebied van fiscaliteit. 

Afgelopen decennia is voor ons op fiscaal gebied alles geleidelijk gegaan. Geen hoogtepunten, geen dieptepunten. Sommigen zouden het saai noemen, ik noem het relaxed. Alles is goed geregeld. Daardoor kunnen wij ons bezighouden met onze eigen business. Het belastingdeel is voor ons bijzaak.’