Is de tijdelijke solidariteitsbijdrage voldoende solide?

NOB-reactie wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage

Uitgelicht

Nederland moet op basis van de Verordening (EU) 2022/1854 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen een solidariteitsbijdrage invoeren. Deze bijdrage dient ter financiering van het noodpakket om de energiecrisis aan te pakken en de gevolgen daarvan te verzachten. Het doel is om de meeropbrengsten van producenten van onder meer zonne- en windenergie af te romen. Het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage is de Nederlandse implementatie daarvan.  

De NOB spreekt allereerst haar waardering uit voor de snelheid waarmee het onderhavige wetsvoorstel tot stand is gebracht. Ondanks het feit dat dit onder grote tijdsdruk is gebeurd, zijn we van mening dat de voorgestelde regeling op hoofdlijnen goed in elkaar steekt en een relatief overzichtelijke en evenwichtige indruk maakt. Uiteraard zijn er nog een aantal vragen en opmerkingen. Onder andere over de interactie tussen de solidariteitsbijdrage en de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, een nadere toelichting daarop zou zeer wenselijk zijn. Ook op de invulling van de referentiewinst, overwinst en bijdrageplicht zou een nadere toelichting wenselijk zijn.   

Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden Robert van der Jagt (voorzitter), Arco Bobeldijk, Matthijs Broekhuizen, Sebastiaan de Buck, Wiebe Dijkstra, Jeroen Elink Schuurman, Michael van Gijlswijk, Martijn Jonkers, Reinout Kok, Netty van Kreveld, Corina van Lindonk, Madeleine Merkx, Jan Nieuwenhuizen, Cor Overduin, Michel Ruijschop, Jeroen van Strien, Max Velthoven, Edwin Visser, Luc van der Voort, David van Wordragen, Pjotr Anthoni (secretaris wetgeving) en Ruben van der Wilt (secretaris wetsuitvoering) en de NOB-leden Barry Baak, Gerian Lith, Niels Muller en Chris Winkelman. 

Gerelateerd