Nieuwe regels platformeconomie roepen vragen op
Reactie op de internetconsultatie ‘Wet implementatie richtlijn btw in het digitale tijdperk inzake de platformeconomie’
De overheid voert nieuwe regelgeving in voor de heffing van btw voor bedrijven die via digitale platforms werken. Door de invoering van de ‘platformfictie’ worden digitale platforms die de kortdurende verhuur van accommodaties en passagiersvervoer faciliteren vanaf 1 juli 2028 btw-plichtig voor bepaalde via hen aangeboden diensten (de zogenaamde platformfictie). Hierdoor moeten platforms btw voldoen en krijgen platforms een administratieplicht. De NOB heeft op de internetconsultatie van dit voorstel gereageerd.
De NOB vindt het belangrijk dat de nieuwe btw-regels duidelijk, eerlijk en uitvoerbaar zijn. De NOB vraagt daarom op verschillende punten om een betere uitleg, een overgangsregeling en vragen aandacht voor de gevolgen voor ondernemers en platforms. Daarnaast vindt de NOB het belangrijk dat de Belastingdienst verantwoordelijk blijft voor toezicht en dit niet te veel de verantwoordelijkheid van de platforms wordt. Ook vraagt de NOB er aandacht voor dat de regels niet onnodig ingewikkeld worden gemaakt.
Duidelijkheid voor platforms
- Platforms moeten controleren of mensen die via hun website diensten aanbieden een geldig btw-nummer hebben. De NOB vraagt om duidelijke uitleg hoe platforms dat moeten doen, vooral als iemand een speciaal One Stop Shop btw-nummer gebruikt of als reisbureau optreedt.
- In het voorstel wordt onderscheid gemaakt tussen faciliteren bij vervoer over de weg (zoals bij taxi-apps) en bij faciliteren van accommodatieverhuur (bijvoorbeeld hotel-apps). Bij de laatste platforms wordt de fictie breder toegepast, omdat alleen hier sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie. De NOB pleit ervoor dat deze keuze wordt onderbouwd met meer onderzoek (en zo nodig wordt aangepast).
Regels voor kortdurende verhuur
- De overheid wil dat de uitzondering op de btw-vrijstelling voor verhuur van onroerende zaken alleen nog geldt voor kortdurende verhuur van maximaal 30 nachten. De NOB vraagt zich af of dat wel eerlijk is en of het verschil tussen 30 en 31 nachten niet te klein is om zo’n harde grens te trekken. Ook vraagt de NOB zich meer in algemene zin af of de Btw-richtlijn deze aanpassing wel toestaat.
- De NOB vindt in ieder geval dat er overgangsregels moeten komen voor mensen die al investeringen hebben gedaan, zodat zij niet ineens met onverwachte btw-kosten komen te zitten
Taken van platforms
- De overheid wil met dit voorstel platforms meer verantwoordelijkheden opleggen, zoals het controleren van gegevens en het bijhouden van een uitgebreidere administratie. De NOB vindt dat de invulling van sommige taken in het voorstel te ver gaat en dat toezicht en handhaving vooral bij de Belastingdienst moeten blijven.
Verlaagd btw-tarief
- De overheid wil het verlaagde btw-tarief voor campings ook beperken tot verblijven van maximaal 30 nachten. De NOB vraagt zich af of dat wel eerlijk is en of het niet tot onduidelijkheid leidt.
Ingangsdatum van de nieuwe regels
- De overheid wil de nieuwe regels op 1 juli 2028 laten ingaan. De NOB stelt voor om gebruik te maken van de mogelijkheid die de Btw-richtlijn biedft en dit uit te stellen tot het begin van een kalenderjaar (bijvoorbeeld 1 januari 2029 of 2030), zodat bedrijven meer tijd hebben om zich aan te passen en niet midden in een jaar tot administratieve aanpassingen worden gedwongen.
Duidelijkheid in de wetstekst
- De NOB doet enkele suggesties om de wettekst of toelichting duidelijker te maken.
Onze volledige reactie kun je hieronder downloaden.
Deze reactie is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden Arco Bobeldijk (voorzitter), Matthijs Broekhuizen, Sebastiaan de Buck, Bart van der Burgt, Marcel Buur, Wiebe Dijkstra, Jeroen Elink Schuurman, Gerbrand Hidding, Martijn Jonkers, Ben Kiekebeld, Reinout Kok, Corina van Lindonk, Shanna van den Maagdenberg, Madeleine Merkx, Jan Nieuwenhuizen, Evert-Jan Spoelder, Jeroen van Strien, Max Velthoven, Edwin Visser, Luc van der Voort, Mirjam Wesselink, David van Wordragen, Susan Adriaans (secretaris wetgeving), Erika van Leeuwen (secretaris wetgeving) en Ruben van der Wilt (secretaris wetsuitvoering), de sectie Omzetbelasting bestaande uit de NOB-leden Trudy Perié (voorzitter), Simon Cornielje, Inge Hooites Meursing, Henk Hop, Mirko Marinc, Lex Neijtzell de Wilde, Eline Polak, Irene Reiniers, Pascal Schrijver, Michel Voets, Michel Zeegers, Anja Adriaensen, Maxime Leenders en Liz Kluvers (secretaris) en de NOB-leden Paul Bakker, Thomas van Ditzhuijsen, Rik van Duijvenvoorde, Werner Gelderblom, Jan Kindt, Bram Middelburg en Joel de Vries.